Vanaf zeg maar begin 1937 zijn er regelmatig films in het Bio-Theater, de titels zijn terug te vinden in de bioscoopladders van de verschillende kranten.
Naast de vertoning van films wordt de zaal ook gebruikt voor diverse bijeenkomsten. Dat kan gaan over sport- en speeltuinverenigingen, een Oranjevereniging maar ook de Joodse Vereniging Nachaliël gebruikt de zaal voor sommige van haar bijeenkomsten. Zo vierde Nachaliël zowel in 1924 als in 1925 het Poerimfeest in wat toen nog Gebouw Oost-Indië werd genoemd. Behalve feesten hield Nachaliël hier ook serieuzere, religieus getinte bijeenkomsten.
Zo was Dr. Meijer de Hond gastspreker (Thema: Het geloof in God) op een grote bijeenkomst in november 1924. Maar ook andere bekende personen uit de Joodse gemeenschap zoals Rabbijn Sarlouis hielden hier spreekbeurten. In januari 1939 organiseerde de vereniging samen met andere Joodse verenigingen een bijeenkomst: ‘met het doel het Joodsche bewustzijn en saamhorigheidsgevoel onder Joden van dit stadsgedeelte te verlevendigen’. Dit klinkt neutraal, maar waar het tijdens de bijeenkomst werkelijk over ging, valt uitgebreid te lezen in een langer artikel uit het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) van 13 januari 1939. Centraal stond de situatie in Duitsland en wat dit betekende voor de Joodse gemeenschap in Amsterdam (en in Nederland). Er wordt duidelijk gerefereerd aan de Jodenvervolgingen in Duitsland.
(Lees hier het artikel uit het NIW )
Een nieuwe vergunninghouder, Nathan Bierman
De vergunning die Martin Schaps op 22 januari 1937 had verkregen, wordt op 13 mei 1939 ingetrokken. De motivatie voor het intrekken is helder, hij maakt geen gebruik meer van zijn vergunning (nr. 51). De exploitatie is op 17 maart 1939 dan al overgenomen door de N.V. Lichtspel Centrum (nr. 49). Volgens dit document is de al eerder genoemde Nathan Bierman de directeur. Hij vraagt in hetzelfde document de overschrijving van de bioscoopvergunning op zijn naam. De officiële aanvraag voor betreffende vergunning is gedateerd op 27 maart 1939 (handgeschreven, hier niet afgebeeld, nr. 34+35). Nathan Bierman woonde in de Scheldstraat 7 één hoog, maar zal in mei 1939 verhuizen naar de Amstellaan 20 één hoog. Hij was getrouwd met Paula Windesheim in 1911. Zijn eerste vrouw, Francisca Cohen, was overleden in 1908.
Een filmcarrière lag niet direct voor de hand, hij is begonnen als banketbakkersbediende (bron: militieregister). Op zijn gezinskaart (bron: SAA) wordt aangegeven dat hij werkzaam is geweest als diamantslijper en als winkelbediende. Later wordt hij ‘bioscoopdirecteur’ genoemd, maar vanaf wanneer is niet helemaal duidelijk, mogelijk al vanaf 1911. In de database van het ‘Joods Biografisch Woordenboek’ staat dat hij directeur is geweest van Cinema Royal. Deze bioscoop zat net als Luxor op de Nieuwendijk en wel op nummer 154-156 (bron: Luxor, bron Theo Bakker )
Een mooi stukje geschiedenis over Cinema Royal is terug te vinden in De Telegraaf van 4 september 1934.In het artikel is de krant meer dan lovend over het directeursduo: Bierman en Veerman. Voor het hele artikel in De Telegraaf
Gedurende het directeurschap van Nathan Bierman gaan de zaken gewoon verder. Er zijn de gebruikelijke filmvoorstellingen en zo nu en dan organiseren lokale verenigingen bijeenkomsten in de Bio. Voorbeelden van films die onder zijn leiding werden vertoond waren: De Vallei der Reuzen, Jongensstad, Trader Horn, Circusreizigers, De Spooktrein en Kareltje op dwaalwegen. Een bijzondere aankondiging is de film Mädchenpensionat. Deze film wordt aangekondigd (Kino) in de Deutsche Zeitung in der Niederlanden op 25 februari 1941.