In het politiearchief bevinden zich maar weinig verwijzingen naar de periode waarin Julius Godefroa directeur was van het Ooster-Theater. Opvallend is dat in een handgeschreven brief van 5 november 1929, geschreven door de agent van politie J. van Woudenberg, de naam van een opvolger van Julius wordt genoemd (nrs. 83-84 van het archief 5225-4833).
Het gaat om Nathan Bierman. Het lijkt echter niet te gaan om het Ooster-Theater (nog niet!), maar om het Luxor-Theater. Uit dit document blijkt dat Julius in 1925 een vergunning had gekregen voor de ‘vereenigde perceelen Nieuwendijk 128-132, Luxor-Theater’. Nathan Bierman werd zijn opvolger in het Luxor en later in 1939 ook weer van het Ooster-Theater. Maar dan wel met de aantekening dat er tussen 1936 en 1939 nog een andere vergunninghouder is geweest, een zekere Martin Schaps. Deze Martin Schaps deelde het directeurschap overigens met James Gabbe. De officiële overdracht is in 1937, het advies dateerde van een jaar eerder.
Ooster-Theater wordt Bio-Theater
Onder de leiding van deze beide heren komt ook de naamwijziging: Ooster-Theater wordt Bio-theater. Het is overigens niet duidelijk wanneer de nieuwe naam voor het eerst werd gebruikt. Kijkend naar de aankondigingen in de kranten wordt op 3 februari 1936 nog de oude naam gebruikt. De naam Bio-Theater in relatie tot het Ooster-Theater wordt voor het eerst genoemd op 5 februari 1937. Helaas voor de nieuwe directeuren niet de meest prettige manier om in het nieuws te komen. De krant De Tijd meldde namelijk dat er sprake was van een brand was in: ‘Bio (voormalig Ooster-) theater aan den Middenweg 20’. De surveillerende agent die een en ander constateerde sloeg direct alarm, de bioscoopvoorstelling was namelijk aan de gang. De brandweer constateerde dat er van een echte brand geen sprake was. De vonkenregen die de agent had gezien, waren hoogstwaarschijnlijk papiersnippers van het papier die men had gebruikt om de centrale verwarming aan te steken. Via de schoorsteen waren enkele papiersnippers door de trekking naar buiten gewaaid. Maar het feit dat er hier sprake was van een bioscoop zorgde wel voor een hoop commotie en de komst van vele brandweerauto’s, politie en een ambulance. Gelukkig viel het allemaal mee en ‘van paniek in de zaal was geen sprake’.