Allerlaatste optredens
Aan het eind van het bezoek van de Bedoeïenen aan Amsterdam zijn er nog een aantal speciale voorstellingen voor de kleine Amsterdammers. Zo was er op zaterdag de 16e augustus een speciale kindervoorstelling.
Blijkbaar hebben de ‘H.H. onderwijzers en onderwijzeressen’ er bij de organisatie op aangedrongen om hun scholieren in staat te stellen persoonlijk en in gezamenlijkheid de Bedoeïenen ruiters en hun gevolg te bezoeken en te bewonderen. Voor zover valt na te gaan zijn er twee voorstellingen voor scholieren geweest. De allerlaatste voorstelling in Amsterdam was op vrijdag de 22ste augustus 1902.
Dit betekende voor de Groningers een teleurstelling. Aanvankelijk zouden ze op 20 augustus zijn aangekomen, maar het grote succes heeft hen langer in Amsterdam gehouden.
Kameel bijgezet in het familiegraf der Amsterdammers!
Vergeten zijn de Bedoeïenen echter niet, niet in de laatste plaats als in oktober 1902 in meerdere kranten een bericht verschijnt over kamelenvlees. Kamelenvlees dat afkomstig blijkt te zijn van een door de Bedoeïenen achtergelaten kameel. Dit fenomeen bereikt ook de kranten in Nederlands Indië. Onder de kop ‘Kameelen-karbonade’ herhaalt de Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië van 11-11-1902 eerdere berichten uit de Nederlandse pers.
Het meest aardige artikel komt uit Het Nieuws van den Dag: kleine courant van exact een maand eerder. Ik vermoed dat beide kranten iets met elkaar van doen hadden.
Maar wat was er nu zo opzienbarend aan het kamelenvlees?
Het blijkt dat de ‘gelukkige eigenaar’ niet bekend stond als een betrouwbare importeur van vlees. Hoe deze eigenaar van buiten Amsterdam aan het vlees is gekomen, is niet duidelijk. Wel dat hij de dode kameel, na te zijn geslacht, in zeven vermomde handkarren zijn vervoerd naar het abattoir om te worden gekeurd. Zo kwam deze kameel voor de tweede keer Amsterdam binnen. Eerst aangegaapt door vele nieuwsgierige inwoners, nu: ….”verborgen onder andijvie, turf en vodden en met stille trom. En waar nu de karbonaden, lapjes, rollades en hoe de vlees spijscombinaties nog meer mogen heten, gebleven zijn... dit weten we niet”.
De vermomming was blijkbaar noodzakelijk omdat de eigenaar niet al te best stond aangeschreven bij de politie. Daarom ook gingen de karren niet tegelijk door de stad. Waar de karbonades of rollades allemaal gebleven zijn, is niet bekend geworden. Maar hoogstwaarschijnlijk wel in de magen der Amsterdammers.
Voor de krant lijkt het wel duidelijk dat het vlees is verkocht aan mensen die mogelijk geen problemen hadden met de herkomst van het vlees. Onverschilligheid troef ook bij de eigenaar, volgens hem smaakt het kamelenvlees als kalfsvlees, hij had het zelf geproefd!
Wat leert ons dit verhaal, volgens de krant? De vleeskeuring en de controle door de politie op het vervoer van het vlees laat te wensen over.
Overigens blijkt dat kamelenvlees nog steeds leverbaar is, toch? Zie hieronder de afbeelding, maar ik vond ook d t in 2013 een slager in Friesland Hanburgers van kamelenvlees verkocht.