Dit verhaal begon met een goed idee. Dit goede idee was van Willy Möller. Hij bedacht dat het een goed idee zou zijn om met een ‘Troep Bedouïnen’ rond te toeren door Europa. Hoe hij een en ander geregeld en of gefinancierd heeft, is onbekend. Afbeelding betreffende de aanwezigheid van de Bedoeïenen naar de Weesperzijde in 1892. Bron: SAA – Klein materiaal, inventarisnummer 15009–13720.
Het is ook bijna onmogelijk om iets meer te weten te komen over wie deze Willy Möller is. Eén van de weinige kranten die iets meer over hem te melden heeft dan dat hij Duitser is, is Het Bataviaasch Nieuwsblad van 15 juni 1892: "De Woestijn in Amsterdam. Aan de Weesperzijde heeft, zoo schrijft men van daar, thans op een ruim terrein een eigenaardig volkje zijn tenten opgeslagen. Had de Meimaand maar eenige warme zonnestralen voor het rillende menschdom over, men zou wanen een stukje van de woestijn voor zich te hebben. De heer Willy Möller, die jaren lang in Egypte heeft doorgebracht en zich een egyptische vrouw tot levensgezellin heelt gekozen, laat" aan Europa deze collectie van menschen, van deze kinderen der woestijn.”
Aankomst per trein
Weesperpoortstation (gesloopt: eind 1939). Uitgave: N.J. Boon, Amsterdam, datering ca. 1900. Bron: Collectie Stadsarchief Amsterdam, Beeldbank: prentbriefkaarten
Na hun treinreis maken zij hun kamp aan de Weesperzijde. Volgens de gegevens van Jacob Olie ging het om een plek ‘achter’ nummer 144, achter de remise van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij (AOM). Het terrein aan de Weesperzijde is geheel omgeven met een schutting, er zijn drie tribunes voor het publiek gebouwd:
“Het is een dor weiland, met groot hopen steenen, waar de vreemdelingen zich, behulp van hun Oostersche verbeeldingskracht, zullen kunnen wanen in de dorre vlakten van hun zonnig vaderland.” (bron: Het Nieuws van den Dag: kleine courant 05-05-1892)