Gedurende de pauze wordt er door ‘een paar ‘aardige donkere jongens’ in het nagemaakte Arabische Café gratis echte Mokka geserveerd. In het Café waren ook een drietal knappe vrouwen die een mooie heupdans uitvoerden. Maar ja, dan moet je er wel van houden. Maar uiteindelijk heeft de verslaggever van het Algemeen Handelsblad toch een positief gevoel overgehouden van de hele voorstelling. Mogelijk heeft dit dan toch te maken met het laatste deel van de voorstelling, de handwerkslieden met hun vaardigheden en het optreden van de jonge tovenaar. Ook hier is De Telegraaf genuanceerd in het oordeel. Het viel hen op dat er niet alleen met traditionele werktuigen werd gewerkt. Het moge duidelijk dat ook zij veel van de Europeanen hebben overgenomen en niet altijd het goede.
De Handwerkslieden
Veel indruk op de kranten maakten de aanwezige handwerkslieden. De bezoekers konden bij hun werkzaamheden worden ‘bekeken’. Vooral de pottenbakker, een zekere Gallali, kreeg veel aandacht. Hij maakte allerlei soorten vazen en kannen in meerdere vormen. Andere handwerkers die te bewonderen waren, waren en mattenvlechter, een wever, een graveur en een goudsmid.
Na de pauze trad er een tovenaar op en hoewel de verslaggever van het Algemeen Handelsblad zijn best heeft gedaan, zijn naam is niet tot hem gekomen. Hij betrok zijn publiek door het publiek bij elkaar te toeteren door op een grote schelp te blazen. Met de tovenaar kwam een einde aan deze voorstelling. Indien het publiek nog energie overhad, de hele voorstelling duurde bij elkaar to al gauw twee uur, kon met de stallen bezoeken.
Nu gaat dit verhaal vooral over een van de eerste voorstellingen, maar de ene voorstelling was niet gelijk aan de andere. Zo was er bij een latere voorstelling op 13 augustus 1902 ‘gelegenheid’ om een huwelijksplechtigheid van Bedoeïenen bij te wonen. De Telegraaf van 14 augustus 1902 wijdt een redelijk lang artikel aan dit huwelijksfeest (zie de afbeelding). Ondanks de lengte van het artikel is er geen naam terug te vinden van de bruidegom en de bruid. Daar voorziet het Algemeen Handelsblad dan wel weer in. Het gaat om de Bedoeïen ‘Abdul Hadi Oar die zich met het meisje Senab Salsch in den echt zal begeven’. Hun bronnen waren van dermate betrouwbare aard dat zij de namen al een dag voor ‘het huwelijksfeest’ bekend konden maken. Volledigheidshalve moet ik vermelden dat De Haagsche Courant en De Telegraaf later ook namen heeft vermeld, andere namen. Welke krant de juiste namen had?
Tot slot nog een woord over de man achter het Bedoeïenenkamp en al deze voorstellingen. Het ging om de impresario Dr. Goldmann die alles organiseerde. Hij krijgt veel lof toegezwaaid omdat er in vergelijking met andere gelijksoortige gezelschappen dit wel een van de besten was. Wat er werd beloofd, werd ook waargemaakt.