In 1913 is er opnieuw sprake van een ‘ereavond’, dit blijkt wel uit het korte artikel (meer dan een foto met onderschrift is het eigenlijk niet) in De Joodsche Prins. Waarom er een ereavond is, is niet echt duidelijk. In Het Nieuws van de Dag is er wel aandacht voor een speciale voorstelling in De Plantage Schouwburg. Alleen in De Telegraaf is nog een advertentie met aankondiging terug te vinden. Het is m.i. wel een bijzondere voorstelling. Waarom, lees onderstaand overgenomen artikel:
“ 't Was Donderdag in de PI.-Schouwburg de ereavond voor mevrouw Elize Poons -van Biene. Voor deze bijzondere gelegenheid is zij opgetreden in een door haar vervaardigde comedie-operette naar den Indischen roman „Halfbloed" en opgeluisterd door muziek. Zij heeft dien bekenden roman vrij voor het tooneel bewerkt en de rol van Tjitra, den zoon van den Europeeschen vader van Hoven en een inlandsche moeder zichzelve toebedeeld. Zij was zich daarbij volkomen bewust van haar talent, om die goedige, guitige jongensrol uit te beelden. In zulke travestierollen is mevr. Poons – van Biene onverbeterlijk. Tevens heeft zij, niet voor de eerste maal bewezen, dat zij ook muzikaal begaafd is. Zij heelt voor „Halfbloed" werkelijk verdienstelijke muziek geschreven. Reeds in de ouverture komen Indische en Chineesche motieven voor en door het geheele werk wisselt de Oostersche muziek af met den meer gewonen, meer gebruikeljjken operettestijl. De omstandigheid, dat zij de gade is van den baritonzanger Poons en nauw verwant aan mevrouw Faniela (haar dochter! Aanv. Frits), heeft haar aanleiding gegeven, om voor hen beiden, de eerste als priester, de laatste als priesteres der Brahmanen, bijzondere zangsoli in te lasschen, die door zanger en zangeres met veel verdienste werden voorgedragen. Ook eenige andere personen, die gewoonlijk als tooneelisten optreden, hebben dien avond bewezen, als 't noodig is ook de zangkunst te kunnen uitoefenen. Dat waren bijzonder de dames Boza van Ghelder, Dora Boon, v. Westerhoven en de heeren B. Barendse, Joh. Langenaken en in het komische de heer D. Janse. Trouwens alle andere optredenden en soms in kleine trekjes of in koor van hunne zangkunst meer of minder blijk geven. En dat ging alles vrijwel naar behooren, vooral in aanmerking genomen het voor hen ongewone werk. De zeer ruime opkomst van het publiek bewees wel, dat men de hoogst verdienstelijke " vrouwe Elize Poons – van Biene een schoonen eere-avond wilde bereiden en de schat van keurige bloemstukken, die haar reeds in het eerste 'bedrijf, maar vooral na het tweede, onder fanfares werden aangeboden, getuigde insgelijks van de groote waardeering van haar talent.
Aan de opvoering van „Halfbloed" is veel zorg besteed. Mooie Indische tooneelen krijgt men te aanschouwen. De Indische en Chineesche kostuums zijn perfect in orde. En wat aan de opvoering een zeer typisch karakter geeft, dat is dat eigenaardig Hollandsch wat den inlanders in den mond wordt gelegd, waarbij schier om den anderen zin dat woordje „ja" zoo goedig klinkt, soms als 't pas geeft, besloten met -kassian". Als er onder het talrijke publiek oud-Indische gasten zullen geweest zijn, dan hebben zij zich voorzeker meermalen kunnen terugdenken aan hun verblijf in de Tropen.”
Bron: Het Nieuws van den dag: kleine courant van 26-04-1913.