Eén van mijn vrienden uit mijn kindertijd was Lion Blanes. Lion was voor zijn leeftijd een kleine jongen. Hij zag er uit, in mijn ogen, als een Franse pop. Of dit mede kwam doordat zijn ouders Frans met hem spraken, het zou zo maar kunnen. De vader van Lion, Joseph Blanes, werkte als kelner, maar was vaker werkloos dan dat hij werk had.
Aanvulling Frits: zijn moeder was Eva Blanes – Kinsbergen, zij was geboren in het Belgische stadje Blaindain, aan de Franse grens. Het gezin woonde op de Tugelaweg 4 II. Volgens de archiefkaart van Joseph Blanes was hij caféhouder. Of dit ook zo is, valt moeilijk aan te tonen. Via Delpher wel een verwijzing naar een caféhouder Blanes, eigenaar van Café du Theatre aan de Plantage Middenlaan, naast de Hollandsche Schouwburg.
Lion mocht graag vertellen over zijn grootvader die circusgoochelaar was (aanvulling Frits: het gaat om Lion Kinsbergen, er heeft zelfs een Circus Kinsbergen bestaan, al vanaf 1789). Zijn overgrootvader Isaac Kinsbergen was goochelaar, toneelspeler en zelfs enige tijd directeur van een schouwburg (helaas onbekend welke schouwburg).
Thuis hadden ze een toverlantaarn met glazen platen, meestal waren we echter bij ons thuis, daar was het groter. Lion was enig kind en op de een of andere manier trok mij dat aan. Hoewel Lion bij mij op de Joodse school zat, waren zijn ouders niet orthodox. Zij wilden echter wel dat hij iets van het Jodendom afwist. Meestal liepen we ’s morgens samen op naar de Palacheschool. Een keer hebben we een verschrikkelijke ruzie gehad, achteraf hadden we eigenlijk geen idee waarover. Het was ook direct weer over, zo gaat dat bij kinderen.
Met Lion ging ik ook naar het toneel. Hij leefde daar helemaal bij op. Een andere keer zijn we samen naar een marionettentheater geweest. Samuel was zeer onder de indruk: “Mijn bewondering en verrukking kenden geen grenzen. We zagen er acrobatiek van een Chinees Circus (alles op een verkleind toneel, zodat de figuren van natuurlijke grote schenen), er waren stukken uit opera’s en de bewegingen van de poppen waren volmaakt. Toen ik thuis probeerde te vertellen wat ik had gezien had niemand het geduld om naar mijn koortsachtige beschrijvingen te luisteren.”