De tweelingfamilie (1)!

Verteller: Portret Samuel Cohen.2.JPG Samuel Cohen
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht

Keetje Brandon-Zwart. Keetje Brandon-Zwart is de moeder van de zusters Susanna en Sara. Bron: Joodsmonument.

Keetje Brandon-Zwart. Keetje Brandon-Zwart is de moeder van de zusters Susanna en Sara. Bron: Joodsmonument.

Op 25 oktober 1934 overlijdt de vader van Samuel, 49 jaar oud. Vader Jacob Cohen was al enige tijd ziek, hij had een hartkwaal. De ochtend na het overlijden wordt Samuel naar zijn oom Jo en tante Trui gestuurd (Plantage Franschelaan 16). Het waren geen echte oom en tante, maar wel familie. Het gaat om Joël Denneboom en Geertrui Denneboom – Cohen.   

Onderweg komt hij zijn onderwijzeres, juffrouw Frank tegen. Zij vraagt hem waarom hij de ‘verkeerde kant’ oploopt en niet naar school. Hij legt uit dat zijn vader is overleden. In zijn herinnering vertelde hij haar dat hij ‘al oud was’.

Plantage Franselaan. Henri Polaklaan (voormalige Plantage Franselaan) met het bondsgebouw van de diamantbewerkersbond ANDB. Uitgave A. Vigevano, Amsterdam. Ca. 1910, bron: Beeldbank SAA.

Plantage Franselaan. Henri Polaklaan (voormalige Plantage Franselaan) met het bondsgebouw van de diamantbewerkersbond ANDB. Uitgave A. Vigevano, Amsterdam. Ca. 1910, bron: Beeldbank SAA.

Tijdens de rouwdagen mag hij een paar keer naar huis en ziet daar veel mensen op de grond zitten, waaronder veel familie. Het is een periode van sjiwwe of sjivve (lees meer over de rouwperiode via Sjivve ).

De familie Cohen – Brandon is allereerst de ‘tweelingfamilie’. Samuel doelt op het feit dat de zuster van zijn moeder, Suze (Susanna), getrouwd is met de oudere broer, Moos (Mozes) van zijn vader. Oom Moos is ook op jonge leeftijd overleden, ook aan een hartkwaal.

Er zijn meer overeenkomsten tussen de families:

“Wij waren met vier broers en drie zussen en bij hen was het net zo, maar bij tante Suze ontbrak er een, een meisje dat dood geboren was*. Twee van hun jongens waren tweelingen, maar niet identiek. De gelijkenis tussen de twee gezinnen was interessant, en zelfs de leeftijd van de kinderen liep min of meer parallel. Het was alsof het zo afgesproken was.”

*Aanvulling Frits: Het gaat om Keetje Brandon (1923), zij overleed drie weken na de geboorte.

De broers, mijn vader en zijn broer Moos, waren erg aan elkaar gehecht en zijn jarenlang zakenpartners geweest. Ook de twee zusters, mijn moeder en haar zuster Suze, waren aan elkaar gehecht en stonden elkaar bij waar het maar kon. Tegelijkertijd hadden ze wel heel verschillende karakters. Mijn tante was zakelijker, soms impulsief en een beetje kortaangebonden. Moeder was gevoeliger en veel geduldiger. Waar mijn tante debatteerde, kon mijn moeder goed luisteren en had een gave voor pedagogiek.

Samuel over zijn moeder:

“Haar zachtmoedigheid kwam voort uit een innerlijke kracht. Ze was begaafd met een intuïtie die zowel wereldse dwaasheid als menselijke kleinzieligheden herkende. Daarbij toonde ze grote eerbied voor diegenen die ze als haar meerderen beschouwde.”

Terug naar de inhoudsopgave.

Alle rechten voorbehouden

150 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe