Het oordeel van de ambtenaar is in ieder geval dat hulp gewenst is. Hij doet ook het voorstel om het gezin met ƒ 9,-- per week te steunen. Dit voorstel wordt overgenomen met de aanvulling dat hij per 5 mei 1923 moet gaan ‘stempelen’. In deze situatie verandert eigenlijk niets, de steun wordt voortgezet tot in september 1923. Wel wordt nog vermeld dat ‘de vrouw’ in verwachting is van haar tweede kind. In oktober van 1923 wordt een nieuw rapport opgemaakt. De aanleiding is het verzoek van Mozes Gobitz om ‘Kraambedeling’. Een duidelijke omschrijving van dit begrip is er niet. Maar kraambedeling is een voorziening vanuit de gemeente om mensen die behoeftig zijn te steunen indien er sprake is van ‘gezinsvermeerdering’. Vanzelfsprekend moet dit worden beoordeeld door de betreffende instantie. In 1923 is dit nog steeds het Burgerlijk Armbestuur.
In de woorden van de ambtenaar: “De vrouw zal t.h.t. in het ziekenhuis worden opgenomen. Aangezien men zelf niet voor de benoodigde luiermandsgoed heeft kunnen zorgen en men van kerkelijke zijde geen hulp kan verwachten (zie inliggend bewijs) is het m.i. gewenscht dezerzijds het gevraagde te verstrekken. Bij bespreking m/d ouders v/d man verklaarden zij zich bereid voor een gedeelte te zorgen.”
In bovenstaand citaat wordt gesproken over een ‘inliggend bewijs’, helaas ontbreekt dit bewijs in het dossier. Er wordt nog wel op teruggekomen, want bij navraag bleek dat ‘het Genootschap ter ondersteuning van behoeftige Ned. Isr. Kraamvrouwen’ zich alsnog bereid heeft verklaard om de benodigde luiermandsgoed (tegenwoordig zouden we spreken van babyuitzet) te verzorgen. Zie ook de afbeelding van een bon ter verstrekking van luiermandsgoed. In een korte notitie, op een los briefje, geeft de ambtenaar aan dat de moeder van Mozes voor de luiers zal zorgen. Zij geeft aan dat zij nog ‘eenige hemdjes en navelbandjes’ heeft. De in eerdere instantie toegezegde kraambedeling wordt na deze mededeling ingetrokken.
De tweede zwangerschap
Op 4 december 1923 krijgt het Burgerlijk Armbestuur het advies om de steun te verhogen tot ƒ 10, --. Dit ondanks het feit dat ‘de man’ dezelfde week nog ƒ 5,-- heeft verdient met sneeuwruimen. De ambtenaar wijst erop dat de vrouw ‘hoogst zwanger’ is en elk moment kan bevallen. Dina bevalt dezelfde dag nog van Henriëtte.