Ik ben geboren op het Boniplein nr 8 in maart 1936.
Boven ons op 3 hoog woonde de familie de Boorder met 2 dochters en op 1 hoog een ouder echtpaar Vermeulen met 1 dochter. In het benedenhuis de fam. Van de Glas.
Wat mij het meeste is bij gebleven is de periode 1942- 1945 . (Ook de beginjaren 50 hebben een diepe indruk nagelaten maar daarover later.) We verrekten van de honger en moesten met school naar de gaarkeuken. In 1944 mocht ik bij een familie op het Galileiplantsoen op vrijdag mee eten en kreeg ik een paar oude gympies cadeau wat was ik daar trots op.
Met mijn neef Bartje heb ik op de Plantage Middenlaan staan te kijken bij het huidig joods museum waar joden de tram werden ingeramd.( vergeet je nooit meer).
Op de spoordijk bij het rangeerterrein van de Watersgraafsmeer en Celebesstraat rangeerden de stroomtreinen . Als die stil stonden
klommen de oudere jongens erop en smeten grote blokken kolen naar beneden welke weer thuis gekomen in kleine stukjes voor ons noodkacheltje werden gehakt. Ook stonden er goederen treinen voor Duitsland met fruit en die werden ook beroofd. Op een avond gingen Bartje en ik ook op rooftocht en braken een wagon open op hetzelfde moment begonnen de Duitsers te schieten op de plunderaars . Bleek achteraf de SS te zijn. Mij neef en ik schoven de deuren op een kier en bleven zitten tot het schieten was afgelopen, vulde onze meegenomen jute zakken met de aanwezige rode kolen en smeerden hem.
Thuis gekomen wilde mijn moeder de kool niet want die had ik gestolen. Als tussen oplossing brachten we de kool naar onze OPOE en die kookte voor de hele familie en zo kreeg iedereen van de familie een portie. Willem Bosch