Jopie

Wetbuurt

U heb net zo'n kop als Koningin Juliana.

Fahrenheitstraat. Foto Beeldbank Stadsarchief

Fahrenheitstraat. Foto Beeldbank Stadsarchief

 

Jopie kwam omstreeks 1950 iedere dinsdag tegen half een bij ons aan de deur. Een gedrongen jongen, geestelijk niet volwaardig. Dat kon je al zien aan zijn manier van  lopen. Min of meer sloffend gooide hij zijn gewicht van de ene platvoet op de andere, de voeten naar buiten gedraaid, alsof hij alle tuinhekjes open wilde trappen. Maar dat wilde Jopie helemaal niet. Hij was zachtaardig en beleefd.

Over zijn schouder droeg hij schuins een bruine canvas tas met grote overslag waarin zijn handel zat, rolletjes boterhampapier. Tien velletjes voor een dubbeltje. Iedere week kocht mijn moeder zo’n rolletje om het aluminium broodtrommeltje van mijn vader van binnen te  bekleden en wel op zo’n manier, dat over het brood ook een stuk papier gevouwen werd. Jopie vond mijn moeder aardig. “Ik vind U zo lief mevrouw, U heb net zo’n dikke kop als Koningin Juliana”, zei hij op een dag tegen mijn moeder en hij meende het oprecht want er zat geen greintje kwaad in hem.

Op een warme dag vroeg hij “alstublieft” een glas water. “Wil je niet liever een glas melk Jopie”, zei mijn moeder. “Ja, mevrouw, maar dat mag ik niet vragen van mijn moeder.”Jopie liep iedere dinsdag van de Transvaalbuurt naar de Wetbuurt, waar wij woonden. De overige dagen zal hij wel andere richtingen uitgegaan zijn, want in de loop van de tijd kwam mijn moeder er achter dat Jopie ’s avonds slaag kreeg van zijn vader als hij niet genoeg verkocht had. Zijn moeder beschermde hem zoveel mogelijk. Hij hield veel van haar.

Wat er van Jopie geworden is weet ik niet. Of hij op een dag zomaar weggebleven is, of dat hij afscheid van mijn moeder heeft genomen, ik heb geen idee. Ook niet waarom hij nu in mijn gedachten voorbij kwam.  Jopie had nooit kunnen bedenken, als hij al zo ver kon denken, dat ik zo’n 65 jaar na dato deze kleine herinnering aan hem zou schrijven.

 

Alle rechten voorbehouden

686 keer bekeken

mar selderijk

Jopie

Dag Corry Groen.

Met grote belangstelling je verhaal over Jopie gelezen. 

En zo toevallig dat Joop (zoals hij bij ons thuis werd genoemd,) een markant figuur. Wij woonde op het Afrikanerplein benedenhuis. Joop passeerde 2x daags ons huis. Het Afrikanerplein zonder Joop was ondenkbaar. Hij had lieve ogen  de goedheid straalde van zijn gezicht. Ik was een kind van 13 jaar en vroeg wel eens aan hem waar hij toch iedere dag naar toeging. Hij deed dan vol trots die grote bruine canvas tas open en liet al zijn spulletjes zien...Iid van toiletpapier tot boterhamzakjes..

Als je ouder wordt realiseer je je wat er toch van zo'n jongen terecht moest komen. Een sociaal vangnet bestond niet. Alleen een kerk wilde zich nog wel eens schuldig maken aan die triviale activiteiten. Bovendien moest je dan wel op de eerste plaats kerkganger zijn.

Joop had een oude , klein magere moeder en met haar had ik nog meer medelijden dan met Joop. Wat een kopzorgen zal ze gehad hebben....Maar Ă©Ă©n ding was in die tijd , vergeleken met nu, een mirakel...de sloffende grote dikke Joop werd nooit gepest...Het Afrikanerplein was een kinderrijk plekje...maar Joop werd met respect benaderd...

Ook ik denk nog wel eens aan hem...Helaas hij was te "onbeduidend" om een geschiedenis na te laten....gelukkig was hij niet de enige...

Dank Corrie, door aandacht te spenderen aan Onze Joop