Dat komt door jouw gezeur
Bij het zien van een cartoon van Hein de Kort in Het Parool moet ik lachen en denk ik aan mijn moeder. Een vrouw staat in de keuken en kijkt met verschrikte ogen de kamer in waar Piet op de bank de krant aan het lezen is. “Piet!! Kijk nou wat je doet!!”, zegt de vrouw, als de man met een verbaasde blik vanachter de krant opkijkt. “Nou laat ik de pan met spaghettisaus vallen!!” Ik vraag me af of dit iets universeels is, omdat mijn moeder ook vanuit de keuken ineens kon roepen: “Ja, zie je wel, nu is die cake aangebrand. Dat komt door jouw gezeur.” Terwijl ik niets vermoedend met mijn huiswerk bezig was.
"Gembertaart. Daar ben je toch zo dol op?"
Mijn moeder had geen hoge ogen gegooid bij ‘Heel Holland bakt’. Ze kookte standaard Hollandse pot: groenten, een stukje vlees, een gehakt bal of een eitje en aardappelen met jus. Maar haar boter- en gembertaarten vielen erg in de smaak. Wat minder bij mij. Mijn smaakpapillen streel je niet echt door die met gember in contact te brengen. Toen ik het huis uit was en langskwam als mijn moeder toevallig een gembertaart had gebakken, vroeg ze steevast of ik een stukje wilde. “Daar ben je toch zo dol op?” “Nee mam, juist niet. Geef me maar een gewoon biscuitje.”
Ze hield van gezelligheid en kon goed verhalen vertellen
Totdat mijn moeder naar het Flevohuis verhuisde - haar dementie was al te ver gevorderd – nodigde ze bijna dagelijks buurvrouwen uit om even koffie te komen drinken. ’s Morgens of ’s middags maakte haar niet uit. Ze hield van gezelligheid en kon goed verhalen vertellen. Het was bij haar altijd de zoete inval. De band tussen de vrouwen op de Zeeburgerdijk, maar ook elders in oost, is om enkele redenen sterker dan dat die nu is. De meeste vrouwen stopten met werken als er kinderen werden geboren en kwamen daardoor vaker bij elkaar over de vloer. Elkaar helpen met even oppassen, een gasmuntje lenen of stoppen voor de elektriciteit, een beetje suiker, kwam regelmatig voor. En velen bleven er wonen als de kinderen al op eigen benen stonden. De kinderen en kleinkinderen waren dan vaak onderwerp van gesprek.
Gelukkig heeft ze er niet lang hoeven door te brengen
Een woning op de Zeeburgerdijk was het begin-, tussen- en eindstation voor veel gezinnen die er kwamen wonen in de tweede helft van de vorige eeuw. Het Flevohuis was voor mijn moeder en al die andere oudjes die daar nu ook verblijven het eindstation. Mijn moeder was in het stadium dat ze ons wel herkende, maar beschaamd vroeg of wij wisten of haar ouders nog leefden. Gelukkig heeft ze niet lang door hoeven brengen in het Flevohuis, ze stierf aan een hartstilstand.