We wandelden gedrie door de eerste verdieping van het Willem Witsenhuis: het museum. Beneden in de woning van schrijfster Elli Augustin had ik, volgens oude foto’s, gezeten op de plek waar de Tachtiger dichter Herman Gorter ruim honderd jaar eerder had zitten converseren. Ik had de hand van iemand geschud op een vloermatje waar meer dan een eeuw geleden minor poet Hein Boeken tegen z’n idool Willem Kloos had staan praten. Op de plaats waar de grote Paul Verlaine over een tafel had geleund, had ik m’n glaasje wijn gedronken.
Maar nu liep ik samen met Willem Moerenhout (de grijze dichter van Osdorp) en gegidst door gastvrouw Elli Augustin, als gretige tijdreizigers door de jaren tachtig van de 19e eeuw. We kwamen in het atelier van de bewoner, Willem Witsen. Hier had de beroemde Franse dichter Verlaine ooit geslapen, en daarom sprak men van de Verlaine kamer. En echt, ik zag het bed nog staan, al stond het er niet. De dichter snurkte op rijm. Rêvons: c’est l’heure.
En toen kwamen we in de huiskamer. Daar lag de oude Statenbijbel nog van de 17e eeuwse voorvader: Nicolaas Witsen. Daar hing het vol van schilderijen tegen de muren met het gerestaureerde behang van Dijsselhof. Ik herinner me nog werk van Breitner, Monnickendam. En natuurlijk van Willem Witsen zelf, zoals achter de woonkamerdeur het portret van z’n tweede vrouw.
Later bij me thuis zei Willem Moerenhout tegen me: dat was een prachtige vrouw op dat schilderij van Witsen. En dan moet je weten, antwoordde ik, dat het portret niet eens af is gekomen. Nee, lachte de grijze dichter van Osdorp, als ik haar had moeten schilderen, was het ook nooit afgekomen.
Het onaffe schilderij
Hier had de beroemde dichter Verlaine ooit geslapen.
3443 keer bekeken