Het 'doorgangshuis' werd een begrip in Oost

Zij is zelfs een paar keer naar kamp Westerbork gegaan

Oosterparkbuurt

Op 15 december 2014 hebben wij opa Roestenburg geïnterviewd. Opa Roestenburg (Toine) is 65 jaar en heeft de oorlog zelf dus niet mee gemaakt. Hij is de opa van Marit, en de vader van Marits moeder. We hebben hem geïnterviewd over Miep Roestenburg, de overleden overgroot-oma van Marit, die de oorlog wél heeft meegemaakt.

Camperstraat 56 .<br />Foto: Beeldbank Amsterdam

Camperstraat 56 .
Foto: Beeldbank Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Miep was 21 toen de oorlog begon. Zij was toen getrouwd (niet met Toine’s vader), maar ze had nog geen kinderen. Ze woonden in de Camperstraat, op nummer 56, drie hoog. De Camperstraat lag in een wijk (Amsterdam-Oost) waarin vooral Joodse mensen woonden. Tijdens de oorlog werkte ze in de kruidenierswinkel van haar oom. Miep had het zelf vrij goed.

Verzet
Doordat Miep het zelf vrij goed had, en niet Joods was, kon zij anderen helpen. Vanaf het moment dat de razzia’s plaatsvonden, wist zij dat het Joodse volk niet meer veilig zou zijn in de toekomst. Miep was niet bang, dus besloot zij hen te helpen. Dit deed zij onder andere door het huis dat onder hen leegstond te gebruiken als ‘doorganghuis’. Kennissen van haar wisten wanneer de razzia’s plaats zouden vinden, en dat gaven zij dan aan haar door.

Miep Roestenburg .<br />Foto: Toine Roestenburg

Miep Roestenburg .
Foto: Toine Roestenburg

Alle rechten voorbehouden

Miep bood joodse mensen, soms wel tien tegelijk, voor een paar dagen onderdak in het doorganghuis. De mensen bleven nooit veel langer dan een paar dagen, en als het weer veilig was gingen ze weer terug naar hun eigen huis of naar een veiliger adres. In haar wijk werd ‘Het Doorganghuis’(onder de Joodse- en verzetsmensen) een begrip.

Kamp Westerbork
Maar ook bracht Miep geheime boodschappen en illegale spotprenten rond. En zij is zelfs een paar keer naar kamp Westerbork gegaan. Daar probeerde zij, onder een valse identiteit van een zuster van het Rode Kruis, mensen vrij te krijgen. Dat is gelukt bij een klein jongetje “Bobby” die, als enige van zijn hele familie, overleefde.

De bevrijding
Aan het eind van de hongerwinter werden er voedseldroppingen gedaan en per schip werd er meel, meestal uit Zweden, gebracht. Dat meel werd gebruikt om er Zweeds wittebrood van te maken. Miep: “Het lijkt wel cake, zo lekker!”.Miep bracht het brood rond in haar buurt, en tot lang na de tweedewereldoorlog heeft zij in het verzetsmuseum op bevrijdingsdag vertelt over het wittebrood.

Miep Roestenburg in het Verzetsmuseum 202 .<br />Foto: Toine Roestenburg

Miep Roestenburg in het Verzetsmuseum 202 .
Foto: Toine Roestenburg

Alle rechten voorbehouden

Verzetsmuseum
Mieps verzetswerk is nooit ontdekt door de Duitsers. Van gelijk na de oorlog tot aan haar dood in 2005 heeft zij in het Verzetsmuseum als vrijwilligster gewerkt. Ook ging zij jaarlijks naar de herdenking van de Februaristaking. En in 2002 heeft zij en vele anderen een onderscheiding gekregen voor hun/haar verzetswerk. Miep mag nu dan wel dood zijn, maar in de verhalen en herinnering blijft zij voortbestaan.

Erepenning .<br />Foto: Toine Roestenburg

Erepenning .
Foto: Toine Roestenburg

Alle rechten voorbehouden

(Zo is ze ook te zien in een filmpje van Basta SchoolTV in een filmpje over de oorlog: 2002-2003 Oorlog,Geschiedenis,18.44 uur) Basta SchoolTV

Alle rechten voorbehouden

1111 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Erepenning .<br />Foto: Toine Roestenburg

Erepenning .
Foto: Toine Roestenburg

Alle rechten voorbehouden

Geen reacties

Voeg je reactie toe