Bijna dagelijks is meneer Crolis te vinden aan de leestafel van Ouderencentrum De Gooijer. “Mijn ogen zijn slecht dus ik kan alleen de koppen van de krant nog goed lezen. Toch probeer ik zo te volgen wat er in de wereld gebeurt”.
Meneer Crolis is in 1941 geboren in Suriname, in de hoofdstad Paramaribo. Na de middelbare school vertrok hij naar Nederland om in Utrecht rechten en medicijnen te studeren. Voor zijn praktijkstage kwam hij naar Amsterdam waar hij eerst in het OLVG en later in het Burgerziekenhuis aan de Linneausstraat coassistentschappen deed.
“In Amsterdam waren veel mensen toen al bekend met rijksgenoten uit de (voormalige) koloniën die een ander kleurtje hadden. Af en toe ondervond ik wel een incorrecte bejegening vanwege mijn uiterlijk. Zo herinner ik me een geval tijdens een dienst op de eerste Hulppost.
Een moeder met dochtertje van negen jaar, die naar ons was verwezen door haar huisarts, bleek lichtelijk in paniek omdat haar kind ‘gesnoept ‘ had van een medicijn voor volwassenen. De dienstdoende verpleegster vroeg mij om te overleggen over de gewenste aanpak. Mijn advies was: “ Neem uw dochter mee naar huis, houd haar de komende uren goed in de gaten en laat haar wakker blijven. Dan is alles morgen weer normaal”. De verpleegster bracht het advies over. Moeders blik viel op mij en ze vroeg of ik die dokter was. Toen de verpleegster dat bevestigde reageerde de moeder ontdaan met: '.. u dacht toch niet dat u mij met oerwoudverhalen kunt afschepen? Ik ga mijn beklag doen bij mijn huisarts'.
Een uur later was ze terug op de EHBO-post om mij haar excuses aan te bieden voor haar onheuse gedrag. Zo zie je maar, veel zogenaamde ‘discriminatie’ komt voort uit onbekendheid en onwetendheid".