Vanaf het moment dat ik naar de Hollandsche Schouwburg werd gebracht, was ik helemaal alleen. Pas na de oorlog zou ik twee zusters terugzien. Ik was de jongste van negen kinderen. Van ons huisgezin zijn 27 personen in de oorlog omgekomen. Op de twee jongste van ons gezin na waren ze ook allemaal getrouwd. Er waren ook al kleinkinderen.
Mijn zussen
Mijn oudste zus Reina was âveiligâ, die was met een niet-joodse man getrouwd. Twee zusters (Mietje en Greta) zijn op een gegeven moment ondergedoken. Mijn zuster Greta hebben ze uiteindelijk toch gepakt. Zij liep op straat, zij vervoerde kleine kindertjes (babytjes) in een tas. Zij zat ergens ondergedoken in de Haarlemmermeer, bij de âBoogaardjesâ. Dat ze zijn ondergedoken hoorde ik trouwens pas na de oorlog. In januari 1943 wist ik daar nog niets van.
Lees: Het verhaal van âDe Boogaardjesâ
In Vught
In januari 1943 kwam ik dus helemaal alleen aan, zonder familie, in Kamp Vught. Tot aan de bevrijding heb ik geen familielid meer gezien. Vught was mij totaal onbekend. Kamp Vught was nog maar net open. Volgens mij behoorde ik tot het tweede Jodentransport dat naar Vught was gestuurd. Denk maar niet dat we met een gewone trein gingen. We werden altijd met veewagens vervoerd.
In Vught aangekomen, moesten we ook nog een stuk lopen. Dat viel nog niet mee, het was in die tijd nog een zandweg.
In het kamp kregen we onze ânieuwe kledingâ. Eerst moest je je kleren uittrekken, daarna kreeg je dat mooie pakkie. Allemaal met dezelfde strepen. Een soort van jurk kregen we. Er werd niet gekeken of je wel de juiste maat had, later hebben we onderling wel geruild. Ik liep in het begin trouwens gewoon op mijn eigen schoenen. Later kreeg ik van die houten klompen (Holzschuhe). Verder werd bijna alles van je afgepakt. Alleen de rugzak die je mee had genomen van huis, maar ja âŠ.. .
Ik werd in barak 4 ingedeeld waar ik een bekende uit de Transvaalbuurt tegen kwam en ook nog een meisje uit mijn klas (van de lagere school).
Terug naar de: Inhoudsopgave