Van mijn opa’s en oma’s heb ik eigenlijk alleen Oma Bosboom goed gekend. Zij had met haar man, Andries Bosboom, op het Waterlooplein gewoond. Mijn oma heette: Reina Bosboom-van de Kar. Opa Bosboom is overleden in 1935. Oma Bosboom is overleden op 25 oktober 1940. Zij woonde op dat moment trouwens in de Vrolikstraat (inwonend bij de familie van Gaim de Metz). Ik heb de begrafenis van mijn oma niet bewust meegemaakt. In die tijd mocht je als kind niet mee naar een begrafenis. Misschien dat ze mij nog te jong vonden, dat kan natuurlijk ook. Voor zover ik weet zijn mijn opa en oma beiden in Diemen begraven.
Oma Bosboom was een echte schat, echt heel lief was die. Echte familielopers waren we trouwens niet. De traditionele vrijdag (sjabbes) avond, daar deden we eigenlijk niet aan. Ik weet natuurlijk wel dat veel joodse mensen op vrijdagavond bij de grootouders op bezoek gingen. Dat ging eigenlijk niet zo goed, daarvoor was de familie Bosboom echt veel te groot voor. Ik heb ze niet allemaal gekend, maar voor zover ik het mij herinner komt mijn vader uit een gezin met achttien kinderen. Maar als we dan toch op familiebezoek gingen, dan gingen we naar die van mijn vader.
Ik had natuurlijk ook nog een opa en oma van moederskant. Veel contact hebben we daar niet mee gehad. Zij woonden overigens in de Transvaalstraat. In dit gezin waren ook veel kinderen. Ik geloof wel een stuk of acht. Ze hadden ook een aantal kinderen ‘in de pleeg genomen’. Een zuster van mijn oma was ‘in de kraam gebleven’.
Opa (Barend) Flesschedrager heb ik niet gekend, die is een paar weken na mijn geboorte overleden. Oma Kaatje Flesschedrager-Waterman is net als Opa Bosboom in 1935 overleden. Echt gekend heb ik ze dus niet. Als je moeder er al niet veel komt, hoe moet je ze als kind dan kennen?
Het enige dat ik nog wel weet, is dat ze in de sigaren zaten. Ze hadden een aantal sigarenwinkels, o.a. in de Weesperstraat.
Terug naar de: Inhoudsopgave