Regenjassen plakken! (15)

Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Transvaalbuurt

Ik plakte regenjassen, de naden van die jassen werden gelijmd zodat ze niet lekten.

Annie en David Kops Foto van het bruidspaar: Mijn zuster Annie en haar man David, 15 april 1942. Bron: familiearchief.

Annie en David Kops Foto van het bruidspaar: Mijn zuster Annie en haar man David, 15 april 1942. Bron: familiearchief.

Alle rechten voorbehouden

In 1940 zat ik volgens mij net niet meer op school. Ik ben al op jonge leeftijd aan het werk gegaan. Ik werkte bij Hollandia-Kattenburg in Amsterdam-Noord. Ook daar ben ik toen nog goed doorheen gerold. In november 1942 werd namelijk de hele fabriek leeggehaald. Ik was die dag toevallig niet aanwezig, want ik was ziek. Mijn zwager, David Kops, werkte daar ook. Hij is toen wel weggehaald. Op dezelfde avond is ook zijn vrouw, mijn zuster Anna, opgepakt en afgevoerd. David had een Engelse moeder en was geboren in Stepny. Zij waren nog maar net getrouwd (15 april 1942) en woonden bij ons in op het Krugerplein.

Ik werkte bij Hollandia-Kattenburg als ‘gummiplakster’. Ik plakte regenjassen, de naden van die jassen werden gelijmd zodat ze niet lekten. Het was echt heel leuk werk hoor. Ik was een jaar of veertien toen ik daar ging werken. Ik verdiende per week ongeveer f. 7,50 per week. Voor die tijd best goed betaald.
Op het werk droeg ik een witte jas, die moest je wel zelf betalen. Omdat ik helemaal naar Amsterdam-Noord moest, had ik wel een tramkaart nodig en natuurlijk ook wat zakgeld. Mijn moeder was volgens mij meer aan me kwijt dan dat ik inbracht. De pont over het IJ was overigens wel gratis.

Ook al werkte ik dan wel, ik was toch eigenlijk nog maar een kind. Als ik denk wat die kinderen van tegenwoordig op hun veertiende of vijftiende allemaal doen, daar was ik toen nog helemaal niet aan toe. Ik was erg groen. Kranten interesseerden mij niet. Ik speelde nog altijd met mijn kleine nichtjes. Die waren niet veel jonger dan ik. Volgens mij was ik een jaar of acht toen het eerste kleinkind werd geboren. Op mijn tiende was ik al drie keer ‘tante’. Die kinderen noemden mij overigens niet zo hoor.

Terug naar de: Inhoudsopgave

Alle rechten voorbehouden

1341 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Valkenweg. Hollandia Kattenburg. Afmetingen: 78x99 mm. Deze prent is gemaakt door: L.W.R. Wenckebach (etser). Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Valkenweg. Hollandia Kattenburg. Afmetingen: 78x99 mm. Deze prent is gemaakt door: L.W.R. Wenckebach (etser). Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Alle rechten voorbehouden

2 reacties

Voeg je reactie toe
Anneke Koehof

REGENJASSEN PLAKKEN (Deel 15 uit een serie verhalen verteld aan Frits Slicht door Elisabeth (Beppie) Ottenbros-Bosboom).

Onderstaand, al in 2014,  schreef ik een reactie over het weghalen van alle Joodse werknemers van Hollandia Kattenburg op 11 november 1942. 

Zoals hierboven in het verhaal duidelijk wordt, was Beppie toen wegens ziekte niet aanwezig. Later is ze alsnog gedeporteerd.

Vreemd genoeg is ze daardoor nooit genoemd als overlevend personeelslid van Hollandia Kattenburg. Door toevallige omstandigheden is men daar pas sinds kort achter gekomen.

Op 11 november 2018 woonde mevrouw Ottenbros dan ook uiteindelijk de jaarlijkse herdenking bij. 

U ziet haar hier tijdens de bijeenkomst

Mevrouw Ottenbros bladert in 'Het Boek der Tranen'

Mevrouw Ottenbros bladert in 'Het Boek der Tranen'

terwijl ze bladert in 'Het boek der tranen', waarin van alle weggevoerde werknemers een foto is opgenomen met datum indiensttreding en de datum waarop ze zijn omgebracht. Ook haar zwager David Kops werd op die dag bij H.K. weggevoerd.

Op de tweede foto is ze na de herdenking op 11 november 2019 met haar dochter in gesprek met Carolien v.d. Berg. Haar vader werkte ook bij Hollandia Kattenburg.  Hij overleefde doordat hij uit de trein is gesprongen. Zijn naam was Bob v.d. Berg.

 

Mevrouw Ottenbros en haar dochter in gesprek met Carolien v.d. Berg.

Mevrouw Ottenbros en haar dochter in gesprek met Carolien v.d. Berg.

 Voor het plaatsen van beide foto's kreeg ik toestemming van mevrouw Ottenbros én haar dochter.

Anneke Koehof

Regenjassen plakken

Mijn tante, Roos Koehof, nu ruim 94 jaar, werkte ook bij Hollandia Kattenburg. Zij heeft het weghalen
van de Joodse personeelsleden meegemaakt. De Joodse en 'christelijke' werknemers werden als schapen en bokken van elkaar gescheiden. Ze mochten pas weg toen de Joodse personeelsleden in vrachtwagens waren 'afgevoerd'.
Daarna is ze nog in de Transvaalbuurt familieleden van Joods personeel gaan waarschuwen, helaas te laat. Bij een gezin kwam ze aan toen er Nederlandse politieambtenaren 'op bezoek' waren. Ze moest zich legitimeren en werd de trap af gegooid. Ik heb haar geschiedenis bij Hollandia Kattenburg beschreven in mijn verhaal: 'De promotie van tante Roos', dat ik op 4 mei heb voorgelezen in de OBA, Javaplein. Op 11 november ga ik naar de jaarlijkse herdenking bj het monument in Amsterdam Noord, op de plaats waar vroeger de textielfabiek stond. Wellicht hebben Beppie en Roos elkaar vroeger gekend.