Elisabeth (Beppie) Ottenbros-Bosboom
Frits Slicht
Onze woning in de Retiefstraat was werkelijk een prachtige woning. Als je onze woning binnenkwam, kwam je in een vierkante hal. Aan de rechterkant had je dan eerst een wc, met daarnaast de keuken. Naast de keuken zat de jongensslaapkamer. Vervolgens kreeg je een trap naar boven, die ging naar meidenkamer op zolder. Daar weer naast zat een klein, nou toch wel behoorlijk, kamertje waar mijn ouders sliepen.
We hadden natuurlijk ook een woonkamer, dat was een kamer-en-suite met een schuifdeur ergens halverwege. Best mooi en ruim allemaal, maar toen mijn zusters gingen trouwen en kwamen inwonen, moesten we toch echt uitzien naar een grotere woning.
In tegenstelling tot onze buren hadden wij een eigen trap naar onze eigen zolder. De buren deelden een gezamenlijke trap. Op onze zolder had mijn zwager, die was kleermaker, zijn eigen werkkamertje. Ik heb het dan over de man van Kaatje (Kitty). Zijn naam is David Aandagt. Toen we zijn verhuisd naar het Krugerplein, is hij gewoon meegegaan. Ook daar zat hij weer op zolder met zijn ‘kleermakerijtje’.
Op het Krugerplein moesten we overigens buitenom naar de zolder.
Eigenlijk weet ik niet of het wel mocht, zo’n eigen werkplaatsje op zolder. Ik weet inmiddels wel dat niet elke woningbouwvereniging daar zo gelukkig mee was. Maar of dat bij ons ook niet mocht? Ik was daar toch echt nog te jong voor om dat te weten.
Ik ben veel boven geweest, samen met een nichtje. We mochten dan de rijgdraadjes uithalen. Als ik uit school kwam vroeg mijn zwager ook wel of ik hem kwam helpen.
Dat nichtje was een dochter van mijn zus Reintje. Reintje, mijn oudste zus, ‘was niet zo goed’. Die had erg veel last van opspelende zenuwen, dat was nou echt een zenuwpees. Haar dochter was daarom vaker bij haar oma dan bij haar eigen moeder. Ik kon overigens niet zo heel goed met Reintje opschieten. Dat had van alles te maken met het grote leeftijdsverschil (21 jaar). Voor wat betreft haar leeftijd had ze mijn moeder kunnen zijn. Misschien dat ze daarom vond dat ik ‘u’ tegen haar moest zeggen.
Terug naar de: Inhoudsopgave