Ik vertelde al dat ik de jongste van ons gezin was. In mijn jeugd zijn er de nodige zusters en twee broers getrouwd. Heel veel herinneringen heb ik er niet aan. Veel gedoe was er niet rond al die huwelijken. Dat ik er wat vaag over ben, heeft natuurlijk te maken met mijn leeftijd. Ze zijn overigens allemaal ‘voor de sjoel getrouwd’. Dat klinkt wel religieus, maar veel meer dan dit deden we niet aan ons geloof, het joodse geloof. Ze zijn overigens getrouwd in de sjoel van Rapenburg. Dat ze daar zijn getrouwd, heeft te maken met het feit dat mijn ouders in de Rapenburgerstraat hebben gewoond. Ze woonden in het Bussenschuthofje. Daar zijn ook de meeste van de kinderen geboren. Dat was allemaal op één kamertje. Pas in 1925 zijn ze verhuisd naar de Spaarndammerdijk. Nou, toen hadden ze al acht kinderen (naast de drie kinderen die al jong overleden waren).
Mijn zuster Kaatje, die we altijd Kitty noemden, was de tweede die ging trouwen. Zij trouwde op 18 oktober 1933 met David Aandagt en ze kwamen later vlak bij ons te wonen in de Retiefstraat (nummer 18, drie hoog).
In 1936 (op 18 maart) trouwde mijn zuster Miena met Jakobus Joseph Walvisch. Miena heeft net als ik de oorlog overleefd, zij woonde op het Iepenplein (33 twee hoog, boven de bakker). Mijn broer Barend trouwde in 1939. Hij trouwde met Aaltje (roepnaam: Elly) Mok. Zij kwam trouwens uit Haarlem en ze gingen wonen in de Christiaan de Wetstraat (55, één hoog).
In de oorlogsjaren zijn mijn broer Andries en mijn zuster Anna (roepnaam: Annie) getrouwd. Andries werkte als kapper en hij trouwde met Debora Frank op 14 augustus 1940. Zij woonden zo’n beetje bij ons om de hoek in de Retiefstraat op nummer 73 huis (iets voorbij de Smitstraat). De laatste die trouwde, was mijn zuster Anna. Zij trouwde op 15 april 1942 met de Engelsman David Kops. Hij had een Engels moeder en was geboren in Stepney. Zij zijn echt ‘ingetrouwd’, dat wil zeggen dat zij bij ons op het Krugerplein woonden.
Terug naar de Inhoudsopgave