Toen de razziaās eenmaal begonnen, werd het ons pas duidelijk waarom al de maatregelen tegen de Joodse bevolking waren genomen. Hoe kon het nu dat de Duitsers zo goed op de hoogte waren van waar de Joden woonden? Dat kwam door een aantal maatregelen die zij bedacht hadden. EĆ©n van die maatregelen was dat de Joodse mensen, het was begin ā41, zich moesten melden op het Jonas DaniĆ«l Meyerplein. Daar zat een bureau van de Joodse Gemeente, zeg maar: de Burgerlijke Stand van de Joodse Gemeente. Iedere Joodse inwoner kreeg een identiteitsbewijs voorzien van een hoofdletter āJā.
Voor die zwervers werd het daardoor steeds eenvoudiger om te weten waar de Joodse mensen woonden. Met de invoering van de Gele Davidster werd het hen nog eenvoudiger gemaakt om de Joodse mensen in de gaten te houden.
Steeds meer maatregelen werden ingevoerd, het werd de Joden verboden om bij bepaalde winkels te kopen. Er werden speciale winkels aangewezen waar juist alleen Joden mochten komen. Er kwamen ook speciale Joodse markten (zie het verhaal: De Joodse Markt). Op 17 juli 1942 werd zelfs bekend gemaakt dat Joden alleen nog mochten winkelen tussen 3 en 5 uur 's middags. Het was te gek voor woorden allemaal.
Je kunt je natuurlijk afvragen waarom iedereen daar aanvankelijk zo aan heeft meegewerkt. Waarom ging iedereen zich keurig laten registreren, braaf zijn persoonsbewijs afhalen? Er werd ons constant voorgehouden dat we niet bang hoefden te zijn. We wisten niet wat onze Joodse mensen te wachten stond.
Op 10 januari van 1941 werd de registratieplicht voor Joden ingevoerd, ruim een jaar later, 29 april ā42, werd ook het dragen van de Gele Davidster met de letter āJā verplicht gesteld. (Aanvulling door de schrijver.)
Ā
Voor alle verhalen: Katharina Blog-Suesan inhoudsopgave