We woonden in de Pretoriusstraat naast een joods gezin, de familie Reens. Zij hadden een rijwielstalling aan de overkant van de Pretoriusstraat. Ik speelde met een van hun kinderen en weet nog dat je door een gat in de houtenschutting in hun tuin kon komen. Op een dag ben ik binnen in die woning geweest want de tuindeur kon je open maken. Er stonden nog wel meubels in de woning, maar de familie was er niet meer.
Jaren later, omstreeks 2002, vertelde mijn moeder dat mevrouw Reens destijds aan haar had gevraagd om één van de kinderen in huis te nemen. Dat dorst mijn moeder echter niet uit angst voor de Duitsers, zij had immers zelf twee zoons. Mijn moeder vertelde dat mevrouw Reens grote angst had en dat zij hoopte dat ze met haar gezin ergens naar toe zou worden gebracht waar ze bij elkaar mochten blijven.
Op de gedenkplaat in de Hollandse Schouwburg staan de familienamen van de mensen die zijn weggevoerd en niet meer teruggekeerd. Daar staat ook de familie Reens op. Mijn moeder heeft haar hele verdere leven geworsteld met een schuldgevoel jegens de familie Reens. Zij had het gevoel dat zij hen in de steek had gelaten.
Tijdens een gesprek met een klant over de oorlog vertelde hij dat de hele familie Reens was omgebracht, behalve Hansje (Hans), die was ondergedoken. Hij woont nu in Israël, volgens deze man en zou zelfs een keer op de Nederlandse televisie zijn geweest. Jammer genoeg heb ik de uitzending gemist, maar ik was zeer gelukkig te horen dat Hansje nog leefde nadat ik al die jaren had geloofd dat ook hij slachtoffer was geworden van de krankzinnige Jodenvervolging. En ook mijn moeder en vader waren blij te horen dat Hans er nog was.
----------------------------------------------------------------
Voor het vervolg van dit verhaal ga naar: