Ik herinner me dat ik op het Krugerplein aan het spelen was toen ik plotseling een vreselijk geronk hoorde. Ik trilde over mijn hele lijf van de schrik. Er vloog een Dakota enkele meters over de huizen... Het waren de bevrijders!!!
De bevrijdingstoestellen dropten voedselpakketten voor de uitgehongerde bevolking. Ik heb de droppings niet zien gebeuren, maar weet nog goed dat het voedsel in blikken met een ronde klem deksel zat. De blikken waar groot, circa veertig centimeter hoog en dertig centimeter breed. Jongens die een aantal lege blikken hadden, bevestigden ze aan elkaar en maakten er vlotten van. Ik weet nog dat een van hen dat niet zo goed had gedaan en in het water van de Ringdijk belandde vlakbij het kippebruggetje. Dat gele bruggetje bestaat niet meer. Je keek toentertijd over weilanden heen, met boerenslootjes en enkele huizen. Boerderij ‘De Eenhoorn’ was toen ook een echte boerderij met kippen, koeien en paarden. Het bruggetje was bij de Schalk Burgerstraat en is nu een brede brug die overgaat in de Nobelweg.
Waar nu de uitvalsweg naar het Gooi is, bij het Amstelstation, daar verbranden de mensen klein Duits materieel, koppels, gasmaskers enzovoort. De oorlog was voorbij!!!
Nu pas, al die jaren later, besef ik pas goed dat ik de oorlog in de Transvaalbuurt vooral heb overleefd omdat ik geen Jood was, maar toevallig Katholiek. In het jaar 2000 sta ik weer op de plek waar de bevrijders de stad binnenreden. Het is 5 mei en ik sta bij de Berlagebrug de oude gediende bevrijders van de stad toe te juichen. Na zoveel jaren kan ik enkele van hen de hand schudden en hen bedanken voor wat zij en hun omgekomen kameraden voor ons hebben betekend. Bij hen en bij mij, na al die jaren, stonden tranen in de ogen.