De oorlog heeft veel gevolgen gehad voor de Transvaalbuurt. Door de omgeving en ligging kon de wijk ‘goed’ worden afgesloten. Linnaeustraat, Polderweg en de verhoogde spoorbaan maakten van dit gebied eigenlijk een uitermate geschikt concentratiegebied.
Voor en tijdens de deportaties werden de Joden hier bijeengebracht. Niet alleen uit de Afrikaanderwijk, maar ook uit andere buurten. Zo kwamen er mensen uit Amsterdam-Zuid en zelfs uit Amsterdam-Noord. Oude bewonerslijsten, voor zover nog aanwezig, tonen aan dat er nog mensen kwamen wonen midden in de oorlog, zeg maar 1942, voornamelijk in de Transvaalbuurt en dan in het bijzonder op het Transvaalplein. De meeste nieuwe bewoners hebben er niet lang gewoond. Kort daarop zouden ze weer worden gedeporteerd. Ook Asscher, de voorzitter van de Joodse Raad heeft hier nog een tijdje gewoond, als ik het goed heb onthouden in de Hofmeierstraat. Er werden speciaal voor hem en zijn gezin twee woningen samengevoegd zodat hij er met zijn hele familie kon wonen.
In september 1943 vertrok de beroemde laatste trein. Niet alleen de familie Asscher, maar ook mijn ouders en ik werden toen afgevoerd, naar Westerbork. Als ik er nu op terugkijk (in 1982) en door de buurt loop, is het verdriet haast tastbaar. Meyer Sluyzer gebruikte voor die tijd de term "Het Grote Verdriet". Hij sprak altijd over de tijd vóór en de tijd ná het Grote Verdriet. Ik denk ook dat dat een betere verwoording is, het dekt het gevoel beter. Het begrip Holocaust is mij te academisch.
Het Grote Verdriet
Niet alleen de familie Asscher, maar ook mijn ouders en ik werden toen afgevoerd, naar Westerbork.
10937 keer bekeken