Het Pretoriusplein en het Transvaalplein waren voor mij het centrum van de Transvaalbuurt. Het was zeker voor die tijd een linkse buurt. Als je hier nu (in 1982) bijvoorbeeld kijkt op het Pretoriusplein (nu Steve Bikoplein), bij de zogenaamde onderwijzerswoningen, zie je een kenmerkende gevelsteen. Deze steen is gelegd in 1914 en stelt twee kanonnen voor met de tekst "Beschaving 1914". In feite is het een kritische verwijzing naar de situatie van de Eerste Wereldoorlog.
In het begin van de jaren ’30 was het wat betreft het verkeer een erg rustige buurt. Er was nauwelijks of geen verkeer. Ik heb hier dan ook leren fietsen. Op zaterdag was het wel iets drukker op straat dan door de week. Dat had overigens niets met het 'Joodse karakter' van de buurt van doen. De Joden deden vrijwel niets meer aan hun geloof. Men was overgegaan van levensbeschouwing naar wereldbeschouwing, het waren politieke mensen geworden. Men was toen erg gemotiveerd, men groeide als het ware op met het AJC (Arbeiders Jeugd Centrale) en met de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij).
Zeker in de verkiezingstijd was het een drukte van belang. Er werd druk geplakt, geverfd, gekalkt en spandoeken geschilderd. Niet alleen voor de eigen buurt maar ook voor andere buurten. Mijn vader was ook actief in het plakken en kalken. Voor het kalken is hij nog eens opgepakt. Hij heeft toen zelfs een nacht in de cel doorgebracht. Vooral de Pretoriusstraat stond bekend om zijn rode karakter. Hier woonden veel Joodse intellectuelen, vakbond- en partijbestuurders. Verderop, in de Retiefstraat, was het wijkgebouw van de SDAP, daar werden de spandoeken geschilderd en het verspreidingsmateriaal uitgedeeld. Ook werden er lichtbakken gemaakt. Bekend was de woning van de familie Smalhout, zij woonden aan het Transvaalplein. Zij hadden altijd een groot verkiezingsbord van de SDAP op het dak.
Het Rode Dorp
Men was toen erg gemotiveerd, men groeide als het ware op met het AJC en de SDAP.
3305 keer bekeken