Hoewel er verhoudingsgewijs veel Joodse mensen in de buurt hebben gewoond was de Transvaalbuurt geen echte Joodse wijk. Als ik de buurt zou moeten karakteriseren, ik heb het dan over de jaren dertig, dan zijn twee begrippen erg belangrijk: emancipatie (op politiek gebied) en assimilatie. De Joden waren niet of nauwelijks meer religieus.
Van een Joodse geloofsbeleving was voor 1940 nauwelijks sprake. Er was wel een synagoge, op de hoek van de Polderweg en de Linnaeusstraat, maar daar ben ik volgens mij nooit geweest. Ook mijn familie en mijn vriendjes zijn er bij mijn weten nooit geweest. Als men al naar een synagoge ging, dan ging men naar de oude buurt, naar de synagoge in de Rapenburgerstraat. Misschien had het met traditie te maken, of omdat men nog maar zo kort weg was uit de oude buurt? Ik weet het eigenlijk niet. Je moet bedenken dat toen hele families hier naar toe waren verhuisd. Ik kwam nog wel een enkele keer in een synagoge als er een inzegening van een huwelijk plaatsvond, maar verder eigenlijk niet. Ons gezin was volledig geassimileerd. Wat ik mij nog wel kan herinneren is dat ik elke week met mijn moeder naar de oude Jodenwijk ging op bezoek bij mijn tante. Mijn tante maakte daar de sjoel schoon.
De grote sjoel of synagoge aan de Linnaesstraat is inmiddels neergehaald, wel is er nog (in 1982) een kleine sjoel op de hoek Linaeusstraat — Oetewalerpad. Die is nog helemaal compleet, met ritueel bad en alles. Maar of de bezoekers hier in de buurt wonen? Ik weet het niet.
Des te groter was dan ook de waanzinnige verbijstering toen bleek dat die emancipatie en de daarmee gepaard gaande assimilatie "geen roos voorstelde" toen de Duitse bezetter in 1942 met de deportaties begon. Wij, de Joodse bewoners, stonden er eigenlijk helemaal alleen voor, een enkele uitzondering daargelaten.
Joods leven in de Transvaalbuurt
De verbijstering was groot toen bleek dat emancipatie en assimilatie "geen roos voorstelde" toen de deportaties begonnen.
5669 keer bekeken