Een pleidooi voor een nieuwe synagoge

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Wetbuurt , Transvaalbuurt

Onderstaand verhaal is gebaseerd op een ingezonden brief van 11 november 1921 (en eerdere artikelen) in het NIW.

Straatbeeld met synagoge. De Linnaeusstraat eind jaren twintig, met links achter de bomen de synagoge. Langs de straat liep toen nog een sloot (prentbriefkaart uit collectie Jaap van Velzen, Joods Historisch Museum).

Straatbeeld met synagoge. De Linnaeusstraat eind jaren twintig, met links achter de bomen de synagoge. Langs de straat liep toen nog een sloot (prentbriefkaart uit collectie Jaap van Velzen, Joods Historisch Museum).

Alle rechten voorbehouden

In 1921 pleit een, helaas onbekende, brievenschrijver in een artikel in het Nieuw Israëlitische weekblad (NIW) voor een eigen synagoge in Oost. Hij richt zich in de brief tot het Kerkbestuur. Hij geeft aan dat er in de nieuwe Retiefbuurt (Transvaalbuurt) zeker wel 3 tot 4000 joodse mensen wonen. Merendeel, zo schrijft hij, zijn zij afkomstig uit het oude Uilenburg. Waar moeten zij nu heen voor het ‘joodsche leven’ (het bezoek aan de synagoge). Hij verwijt de Kerkeraad dat zij wel aandacht hebben voor de joodse bewoners van de Watergraafsmeer maar niet voor hen die net in de nieuwe buurt zijn komen wonen. Hij heeft begrip voor het feit dat deze bewoners (van de Watergraafsmeer) graag een eigen synagoge hebben. Hij vraagt hetzelfde begrip voor de bewoners van de Retiefbuurt.

In eerdere artikelen wordt regelmatig gediscussieerd over een lening van rond de 17.000 gulden om de kleine synagoge te ‘restaureren’. Een paar jaar eerder had het kerkbestuur ruim 180.000 gulden ontvangen van de Gemeente Amsterdam

In zijn brief wijst de schrijver op de ‘ouderwetsche Uilenburgers’, die toch ook goede Joden zijn. Zij wonen nu al zo’n twee jaar in de Retiefbuurt (de Martizstraat, de Spitskopstraat en de Tugelaweg). Hij schrijft:
“…. zou het niet ook gewenscht zijn, dat onze Geestelijken ook eens in hun midden komen, om daar eens een spreekbeurt te houden; het zou waarlijk een heele verrassing voor hen zijn, als dit gebeurde. Men ziet hier weinig van het Joodsche leven, en het is wel noodig, dat het Rabbinaat deze zaak eens ernstig overdenkt, alhoewel wij niet de uitdrukkingen zouden durven gebruiken, die de Watergraafsmeerders op hun vergadering ten opzichte van onze geestelijke leiders hebben gebezigd. Nog is het niet te laat, om een stuk grond in dit complex te koopen of te huren, bouw daar een Synagoge voor alle wijken, opdat daarin alle rangen en standen zich vereenigen voor één God."

De schrijver van dit artikel kon waarschijnlijk niet bedenken, dat er niet heel veel later wordt begonnen met de bouw van de synagoge aan de Linnaeusstraat. Zie hiervoor het verhaal: Een nieuwe Sjoel.

Alle rechten voorbehouden

248 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe