Over de synagoge in de Linnaeusstraat
Bij ons in de buurt had je niet een echt grote synagoge, je had wel hier en daar een kleine huissynagoge. De echt gelovigen, als ze echt wilden, stuurden hun kinderen naar de speciale Joodse school in Rapenburg. De meeste kinderen gingen echter gewoon naar een openbare school. Als ze naar een synagoge wilden, konden ze naar de grote synagoge in de Linnaeusstraat. Voor meer informatie over de bouw lees het verhaal: De oude Synagoge
(Overigens staan op de website meer verhalen over deze synagoge via de zoekopdracht: synagoge.)
Ik mocht niet naar binnen
Ik ben wel eens met een vriendje uit mijn buurt mee geweest naar de synagoge in de Linnaeusstraat. Ik mocht dan niet naar binnen, niet alleen vanwege mijn armoedige kleding maar ook vanwege mijn overduidelijke niet-joodse uiterlijk. Ik zat dan meestal op de stoep te wachten tot hij weer naar buiten kwam. Men vond dat ik niet tot ‘de gemeenschap’ behoorde, dat merkte je gewoon. Als “vaderjoods” kind telde ik niet mee. Binnen ben ik nooit geweest. Van buiten vond ik het, als kind, trouwens een indrukwekkend gebouw. Op de stoep voor de synagoge stonden in mijn tijd grote bloembakken met geraniums. Die stonden aan beide zijden van de trap. De Rabbijn woonde ergens op de Polderweg.
De meeste mensen die in de grote synagoge kwamen, waren gewone hardwerkende mensen. Niet speciaal de rijke mensen. De Transvaalbuurt, waar de synagoge stond, was een mengeling van allerlei klassen. Er woonde lagere en hoger joodse ambtenaren, handwerkslieden, handelslui, noem maar op.
Ik heb dan wel een Joodse vader, echt in het Jodendom heb ik mij nooit verdiept. Ik ben wel een sympathisant van Israël, ik leef met de bevolking mee hoewel ik inzie dat ze met bepaalde zaken helemaal niet goed zitten.
Lees ook: Het gat dat Synagoge Oost naliet