Mijn naam is Hans Pickhard. Ik ben geboren en getogen in de Fahrenheitstraat waar ik vanaf 1946 tot 1975 heb gewoond op drie adressen (nummer 67 huis, nummer 62 1 hoog en tenslotte nog een jaar of drie op nummer 11). Ik ben eens nagegaan welke winkeltjes er in de oude Wetbuurt waren. Huis aan huis is wat overdreven maar het scheelt niet eens zo heel veel. Mijn oude moeder van 93 heeft bijna 70 jaar in de buurt gewoond en haar heb ik mijn opsomming voorgelegd. De conclusie was dat er weinig of niets ontbreekt. We gaan weer verder.
----------------------------------
Klik rechts (icoontje) bovenaan op de foto en de foto wordt vergroot weergegeven.
IJs van Jamin vanuit een gemotoriseerde ijskar
In de Von Guerickestraat daar waar de Celsiusstraat erop uitkomt woonde meneer Maas. Hij verkocht ijs van Jamin vanuit een gemotoriseerde ijskar. Het ijs was een blok in vetvrij papier verpakt. Voor 10 cent kocht je een heerlijk stuk ijs. De duurdere variant had er chocolade omheen. Niet in de Wetbuurt maar toch vermeldenswaard is de winkel op de Von Liebigweg net om de hoek van de Von Guerickestraat. De Magneet heette deze zaak waar van alles wat werd verkocht. Een beetje speelgoed, wat huishoudelijke artikelen en papier. Een rommelachtig geheel. De eigenaar was meneer Ooievaar en Ooievaartje was in de buurt een begrip.
Naast zijn winkel verkocht hij patatfrites vanuit een raam dat als loket dienst deed. Hij was heel lang de enige patatfrites verkoper in de buurt. Het bakken gebeurde in een heel klein bakje en duurde altijd erg lang. Pas veel later opende bakker Veen een patatfrites zaak in de Torricellistraat.
Bakker Jaap de Groot in de Middelhofstraat
Naast al deze middenstanders die woonachtig waren in de Wetbuurt waren er nog meer mensen actief met verkoop bezig.
Uit Duivendrecht kwam elke dag met paard en wagen bakker Jaap de Groot. Hij ventte met brood van bakkerij de Hoop. Later zou hij een winkel openen in de Middelhofstraat.
Verder kwam elke dag melkboer Beukenboom, eveneens met paard en kar uit Duivendrecht. Zij hadden beiden hun vaste klantenkring.
Visboer Piet Blank
En een of twee keer per week kwam visboer Piet Blank om zijn waar aan de man te brengen. Hij probeerde altijd zoveel mogelijk zijn vis te verkopen want zijn vrouw weigerde de overgebleven vis te bakken. Hij was meestal ongeschoren en minder fris gekleed in een vies colbertje. Op een dag heeft mijn moeder daar iets van gezegd. Vanaf dat moment kwam hij altijd in een keurig gewassen werkjasje. Als hij luidkeels zijn waren aankondigde flapte zijn tong altijd helemaal naar buiten.
De 'zuurjood'
Op zondagochtend kwam regelmatig de ‘zuurjood’. Zo werd hij in de volksmond genoemd. De man verkocht Amsterdamse uien en zure bommen en had over klandizie niet te klagen.
‘s Winters kwam de mosselman. Dan werden er per emmer mosselen gekocht. Waarom weet ik niet maar in mijn herinnering was het altijd donker als hij kwam. ’s Avonds dus. Mogelijk dat hij overdag ergens anders ventte of een winkeltje dreef. Uiteraard moesten de door de vissers binnengebrachte mosselen snel worden uitgevent, want de elektrische diepvries en koelkast bestonden nog niet.
---------------------------------------------------
Verhaal 1 : Middenstand in de Wetbuurt (1)
Verhaal 2 : Middenstand in de Wetbuurt (2)
Verhaal 3 : Middenstand in de Wetbuurt (3)
Verhaal 4 : Middenstand in de Wetbuurt (4)
Verhaal 5 : Middenstand in de Wetbuurt (5)
Verhaal 6 : Middenstand in de Wetbuurt (6)