Winkelier en straathandelaar

Verteller: Jaap Meents. Jaap Meents
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Danie Theronstraat, Transvaalbuurt

Omdat hij bleef stilstaan, kreeg hij om de haverklap een bekeuring.

Ventvergunning van Hartog Meents - Deze ventvergunning werd afgegeven door de Dienst marktwezen van de gemeente. Meer informatie is te vinden via Stadsarchief Amsterdam.

Ventvergunning van Hartog Meents - Deze ventvergunning werd afgegeven door de Dienst marktwezen van de gemeente. Meer informatie is te vinden via Stadsarchief Amsterdam.

Alle rechten voorbehouden

Voor de oorlog was mijn vader venter. Hij ventte onder andere met bloemen, maar vooral toch met groente en fruit. Dat hij ooit gewerkt zou hebben als lithograaf is nieuw voor mij. Toen mijn vader werd gekeurd voor de militaire dienst (voor de militie heette dat toen) heeft hij opgegeven dat hij werkte als lithograaf.

Na de oorlog heeft mijn vader voor een korte periode een groentewinkeltje gehad. Hij heeft dat niet lang gedaan, ik denk omdat hij er niet genoeg mee verdiende.
Met een handkar ging venten met aardappelen, groente en fruit. Later alleen met fruit. Het was een lange handkar, een gehuurde kar. Met die kar liep hij door de Transvaalbuurt.

Hakkie Meents Hakkie Meents met zijn venterskar in de Ben Viljoenstraat.<br />Hartog (bijnaam; Hakkie) Meents met rechts (op de foto) zijn vrouw Louise (die iedereen kende als Wiesi) en links een tante. Tante Rieki Grotengoed.<br />Bron: Jaap Meents.

Hakkie Meents Hakkie Meents met zijn venterskar in de Ben Viljoenstraat.
Hartog (bijnaam; Hakkie) Meents met rechts (op de foto) zijn vrouw Louise (die iedereen kende als Wiesi) en links een tante. Tante Rieki Grotengoed.
Bron: Jaap Meents.

Alle rechten voorbehouden

Hij begon in de Vrolikstraat, daar had je een loods, dan een stukkie Tugelaweg om via de Christiaan de Wetstraat en de Krugerstraat naar het Afrikanerplein te gaan. Op het Afrikanerplein bleef hij een tijdje staan. Ik denk dat hij daar een uur of anderhalf stond. Hij stond daar voor de deur van Bakker Dijk. Daarna kwam hij naar huis, naar de Danie Theronstraat 33, om te eten. Na het eten ging hij een groot stuk van de Tugelaweg doen om vervolgens naar het Beukenplein te gaan. Ook daar bleef hij een tijd staan. Dat stilstaan met zijn venterskar mocht eigenlijk niet. Alleen als hij klanten had, mocht hij stil staan. Hij had geen marktvergunning.
Maar omdat hij daar zo goed verkocht, deed hij het toch. Omdat hij bleef stilstaan, kreeg hij om de haverklap een bekeuring.

Als kind moesten wij altijd meehelpen. Meehelpen met douwen, vooral als het asfalt door de warmte zacht was geworden. Sjouwen moesten we ook altijd. Zo moesten we altijd helpen om de handel naar boven te sjouwen. Je kon die handel ’s avond niet buiten laten staan. Als hij terugkwam van zijn wijk, moest de voorraad naar boven, naar de zolder. Later kwam er een ‘loodsie’ vrij in de Vrolikstraat en was het afgelopen met het sjouwen. Daar stond ook zijn handkar. Hij huurde die kar trouwens van Gerritsen (die zat ergens tegen de Wibautstraat aan).

-----------------------------------------

Dit is verhaal nr. 7 uit een serie van 34 verhalen verteld door Jaap Meents.
Voor verhaal nr. 8 ga naar Altijd maar weer dat schelden!

Wilt u een overzicht van al zijn verhalen klik dan linksboven op de naam van de verteller Jaap Meents.

Alle rechten voorbehouden

550 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe