De eerste paar jaar van m'n leven woonden we op de Herengracht in een prachtig groot en duur huis, maar we moesten, toen ik drie jaar was, naar de Eerste Oosterparkstraat verhuizen. Dat was nogal een tegenstelling. Op de Herengracht kon (en mocht) ik met mij driewielertje rondjes om de tafel rijden. In de Oosterparkstraat was niet eens plaats voor een zitbank. Het huis had een achterkamer, waar je door naar binnen kwam, met het piepkleine uitgebouwde keukentje er aan vast. Er was een alcoof en een redelijk grote voorkamer. Anders dan de meeste andere kinderen in de straat zat ik in een luxepositie. Ik was enig kind en kreeg de grote voorkamer helemaal voor mijzelf alleen, terwijl mijn ouders in de alcoof een onderschuifbed hadden.
Een van de eerste grote angsten in m'n jonge leventje heb ik opgedaan in die straat. Brand was daar een veel voorkomende gebeurtenis en achteraf hoorde je altijd de gruwelijkste verhalen over mensen die niet meer weg hadden kunnen komen. Mijn vader heeft toen een lang, zwaar touw gekocht. Dit lag onder mijn bed en het ene eind zat al aan mijn bed vastgeknoopt. Het touw had om de meter een knoop zodat je niet te snel naar beneden zou glijden.
Touw met knopen onder het bed
Brand kwam veel voor en je hoorde later de gruwelijkste verhalen erover.
2145 keer bekeken