Wij woonden in de Eerste Oosterparkstraat, direct boven de houtzagerij waar de hele dag door én op zaterdag gezaagd werd. De deur naar de straat stond altijd open en als je er langs liep, rook je de heerlijkste geuren van hout en hars. En hoewel ik me het harde lawaai van de zaagtafels nog goed kan herinneren, werd daar volgens mij nooit over geklaagd. Ik kan me een tekening van mijn moeder herinneren waar ze de Oosterparkstraat in 1959 heeft getekend met wel veel blikken vuilnisbakken langs de stoep, maar met bijna geen enkele geparkeerde auto. Toch mocht ik niet alleen buitenspelen. Op de hoek van de Wibautstraat was namelijk een ‘echt Amsterdams’ café. Al om 11 uur ‘s morgens rolden de alcoholisten daar al over de drempel naar buiten. Om de hoek op de Wibaustraat was een brede stoep, in mijn ogen was het wel een plein, waar een garage was. Schuin daarboven woonde mijn vriendinnetje Greetje met haar moeder, broertje en zusje. We gingen naar dezelfde kleuterschool, de Pinksterbloem, aan de overkant van de Wibautstraat waar onze moeders ons afwisselend naartoe brachten. Op een dag spraken we op school af dat we van naam en huis zouden wisselen, dus ik ging naar haar huis als Greetje en zij zou Jeannet worden. Het was heel leuk omdat iedereen in dit spel meeging en we het volhielden tot we de volgende dag weer naar school gingen. Zij mocht als enig kind in mijn grote slaapkamer slapen, terwijl ik gezellig het kleine zijkamertje met mijn nieuwe broertje en zusje mocht delen.
Familieruil
Op een dag wisselden we van naam en huis.
3457 keer bekeken