De knokkelbokkel

Verteller: Jeannet Richel
Oosterparkbuurt, Tropenmuseum

Tijdens de Sahara-tentoonstelling lag de hele grote benedenhal vol met zand.

Bob Richel Bob Richel in functie, de foto zal ca 1975 genomen zijn. De deur is de grote voordeur van het pand aan de Mauritskade.

Bob Richel Bob Richel in functie, de foto zal ca 1975 genomen zijn. De deur is de grote voordeur van het pand aan de Mauritskade.

Alle rechten voorbehouden

Mijn vader werkte vanaf 1967 tot zijn VUT als portier bij het Tropenmuseum of het Koninklijk Instituut voor de Tropen zoals het officieel heet. Bij ons thuis noemden we het ‘Het Instituut’. Ik ben er als het ware opgegroeid. Al was het maar door de verhalen die hij elke avond mee naar huis nam. Over de brutale roof van een aantal beeldjes uit een vitrine, de vele bijzondere figuren die hij dagelijks tegenkwam, Koningin Juliana die voor een speciale gelegenheid was uitgenodigd, erg vriendelijk was en bij vertrek enigszins beschonken leek. De mooiste en meest grootschalige tentoonstelling was die over China, maar de meest indrukwekkende was in mijn herinnering de Sahara-tentoonstelling waarbij de hele grote benedenhal vol lag met zand. Voor het nog niet zo bereisde publiek was het museum vaak hun eerste contact met andere culturen. Er was op een moment sprake van dat we in het de conciërgewoning in het gebouw zelf zouden komen te wonen. Ik had dat wel gewild, maar bij de functie van conciërge hoorde dat er altijd iemand thuis moest zijn en dat vonden mijn ouders een reden om het aanbod af te slaan. Het museum was voor scholen in en buiten Amsterdam altijd een leuk en leerzaam uitje. Als portier onderging je de dagelijkse ergernis van de mensen die zonder kaartje binnen probeerden te komen: onvermurwbaar was hij, behalve als je het met een glimlach en een mooi verhaal deed, hoe onwaarschijnlijk ook, je ‘verdiende’ dan om gratis binnen te komen. Dan was er ook nog het ‘tienjarenplan’ waarbij de hele collectie geïnventariseerd werd. Kilometers lange zolders en kelders vol met aankopen, giften en op andere manieren verkregen materiaal, wat bekeken en beschreven moest worden. Mijn vader werkte toen tijdelijk op de afdeling waar hij de beschrijvingen maakte en alle stukken een nummer gaf. Het omroepen van berichten behoorde tot zijn taken, iets wat hij op zijn geheel eigen manier deed. Als er geen berichten waren dan had hij wel eigen berichten, zoals over de geheimzinnige Knokkelbokkel. Het museum ontsluierde vele geheimen voor haar bezoekers, toch is dat geheim samen met mijn vader vertrokken... we zullen nooit weten wat de knokkelbokkel was.

Alle rechten voorbehouden

1764 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Krantenartikel Bij zijn afscheid stond dit paginagrote artikel in de Echo.

Krantenartikel Bij zijn afscheid stond dit paginagrote artikel in de Echo.

Alle rechten voorbehouden

3 reacties

Voeg je reactie toe
Wilmar

De identiteit van de Knokkelbokkel onthuld...

Op het moment ben ik druk doende een boek te schrijven over Bob Richel, en ik kan alvast vertellen dat de Knokkelbokkel niet langer meer een geheim is... De identiteit van dit illustere fenomeen zal in mijn volgende boek onthuld worden!

Morrie does

Koloniaalmuseum

Mijn vader noemde het altijd het Koloniaalmuseum, ik weet niet of dit ooit de naam is geweest.
Eind jaren 50 had je in het museum aan de zijkant een jeugdbibliotheek die op woensdag en zaterdagmiddag geopend was,en onder leiding van een echtpaar die ook toneelstukken met en voor de jeugd organiseerde,en waarin ik zelf nog heb meegespeeld, in de grote zaal van het museum, de toen bekende acteur Otto Sterman en Indra Kamojojo(ik weet niet of ik de naam goed schrijf) gaven dan aanwijzingen.
In die periode hebben wij toen een rondleiding in de kelders en op de zolders gehad.
Mijn werd toen verteld dat er tijdens de tweede wereldoorlog duitse militairen in de kelders van het museum lagen.

Morrie Does m.does@kpnmail.nl

Cor

"Tropenmuseum" herinneringen.

:Leuk artikel en heb zelf menig bezoek gebracht (met school ,familie)en er ook m'n eerste "beroemdheid"Rudi Carell op de trap naar de ingang ,die toen nog omhoog ging,voordat de nieuwe ingang werd geplaatst,gezien.
Ook een gamelan-concert staat me nog scherp in m'n geheugen.
En nu ik eraan denk,heb er nog geschetst.Dit alles in de 60'er jaren.De laatste keer,een jaar of 4-5 geleden) dat ik er was was er een pracht batik tentoonstelling.

Ik weet niet of je destijds bij die inventarisatie was.Dat zal wel een schatkamer zijn geweest en wat een ervaring?!
Volgende keer als ik in Amsterdam ben moet ik er beslist eens naartoe.O,ja ik heb 2 jaar geleden aan de "zij-ingang"en hal nog wat foto's genomen.