Mijn vader werkte vanaf 1967 tot zijn VUT als portier bij het Tropenmuseum of het Koninklijk Instituut voor de Tropen zoals het officieel heet. Bij ons thuis noemden we het ‘Het Instituut’. Ik ben er als het ware opgegroeid. Al was het maar door de verhalen die hij elke avond mee naar huis nam. Over de brutale roof van een aantal beeldjes uit een vitrine, de vele bijzondere figuren die hij dagelijks tegenkwam, Koningin Juliana die voor een speciale gelegenheid was uitgenodigd, erg vriendelijk was en bij vertrek enigszins beschonken leek. De mooiste en meest grootschalige tentoonstelling was die over China, maar de meest indrukwekkende was in mijn herinnering de Sahara-tentoonstelling waarbij de hele grote benedenhal vol lag met zand. Voor het nog niet zo bereisde publiek was het museum vaak hun eerste contact met andere culturen. Er was op een moment sprake van dat we in het de conciërgewoning in het gebouw zelf zouden komen te wonen. Ik had dat wel gewild, maar bij de functie van conciërge hoorde dat er altijd iemand thuis moest zijn en dat vonden mijn ouders een reden om het aanbod af te slaan. Het museum was voor scholen in en buiten Amsterdam altijd een leuk en leerzaam uitje. Als portier onderging je de dagelijkse ergernis van de mensen die zonder kaartje binnen probeerden te komen: onvermurwbaar was hij, behalve als je het met een glimlach en een mooi verhaal deed, hoe onwaarschijnlijk ook, je ‘verdiende’ dan om gratis binnen te komen. Dan was er ook nog het ‘tienjarenplan’ waarbij de hele collectie geïnventariseerd werd. Kilometers lange zolders en kelders vol met aankopen, giften en op andere manieren verkregen materiaal, wat bekeken en beschreven moest worden. Mijn vader werkte toen tijdelijk op de afdeling waar hij de beschrijvingen maakte en alle stukken een nummer gaf. Het omroepen van berichten behoorde tot zijn taken, iets wat hij op zijn geheel eigen manier deed. Als er geen berichten waren dan had hij wel eigen berichten, zoals over de geheimzinnige Knokkelbokkel. Het museum ontsluierde vele geheimen voor haar bezoekers, toch is dat geheim samen met mijn vader vertrokken... we zullen nooit weten wat de knokkelbokkel was.
De knokkelbokkel
Tijdens de Sahara-tentoonstelling lag de hele grote benedenhal vol met zand.
1773 keer bekeken