In huis bij mijn grootmoeder woonde ook haar zuster: Rebecca. Rebecca was invalide. Zij had beentuberculose en kon door die ziekte niet meer lopen.
Tante Rebecca (eigenlijk dus een oudtante) heeft lange tijd in de diamantsector gewerkt. Maar dat moet dan toch lang voor mijn tijd zijn geweest. Ik herinner haar niet anders dan invalide, daar in een stoel zittend.
Tante Rebecca (aanv. F. S.)
Uit de lidmaatschapskaart van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond (ANDB) blijkt dat ze lid is geworden op 1 maart 1902. Waar ze heeft gewerkt, is niet bekend. Opvallend genoeg is zij ondanks haar ziekte en invaliditeit altijd lid van de ANDB gebleven. In haar loopbaan heeft ze vier keer gestaakt en is ze één keer (in 1904) het slachtoffer van ‘uitsluiting’ geweest. Uitsluiting wil zeggen dat de werkgever verbiedt de arbeider om zijn of haar werk te verrichten. In dit geval ging het om een conflict tussen de Amsterdamse Juweliers Vereniging en de diamantwerkers (de vakbond ANDB). In totaal werden er ruim 6500 arbeiders uitgesloten (bron: artikel in het "Soerabaijasch Handelsblad" van 18 februari 1904).
In totaal was tante Rebecca 17 weken uitgesloten en kreeg in die periode een uitkering via de ANDB van 83 gulden.
Vervolg, zie: Tante Rebecca, deel 2