Een andere herinnering is die van kort na de capitulatie. Ik maakte een ommetje in de buurt. In de Christiaan de Wetstraat zag ik een rij vuren. Doodsbange mensen verbrandden hun anti-Duitse en antifascistische lectuur. Die vuren moeten ook op de Tugelaweg zijn geweest. Dit was het begin van alle ellende die het voorstellingstellingsvermogen toen nog te boven ging. De inktzwarte jaren van de Transvaalbuurt, die van 1940-1945, hadden een aanvang genomen.
Over de oorlogsjaren waarin de gemeenschap op nooit te begrijpen wrede wijze werd vernietigd wil ik niet verder uitweiden. Wel wil ik nog van een beeld, dat in mijn hoofd gegrift staat, vertellen. Ik liep in de Transvaalstraat, aan de kant van het plein en zag aan de overkant een droeve stoet op weg naar het Muiderpoortstation, het noodlot tegemoet. In die stoet mannen, vrouwen en kinderen liep ook een klein meisje met haar pop in de armen.