Ik denk dat ik een maand of zes bij Petten heb gewerkt. Tegelijkertijd kluste ik in de avonduren wat bij. Ik was nog niet zo lang getrouwd, er moest van alles gebeuren. Het gereedschap en het materiaal dat ik nodig had, kocht ik bij Wijnands. Wijnands was mijn oude werkgever, van toen ik nog thuis woonde. Ik was na een conflict weggegaan, maar nu werd het contact weer hersteld en het verleden vergeten.
We waren allang weer goed met elkaar. Op een bepaald moment vroeg hij: ‘Goh, Piet, zou je niet terug willen komen?’. Daar hoefde ik niet eens lang over na te denken. Bedenk wel dat ik in Petten een hoop geld verdiende, zeker ook door de vergoeding die ik als chauffeur kreeg (omdat ik een ‘meerijder’ had).
Waarschuwing
Het werken bij Petten viel mij behoorlijk zwaar. Ik maakte behoorlijk lange dagen. Ik denk dat ik in die laatste periode een keer of twee op de terugweg in slaap ben gevallen achter het stuur. Misschien was het niet langer dan een seconde of twee, maar toch. ’s Avonds, met het zonnetje laag aan de hemel en schijnend in je ogen, zo moet het gebeurd zijn. Aan die meerijdende timmerman had ik ook niks. Die was net als ik vroeg opgestaan en had de hele dag gewerkt, die was zo brak als wat. Die sliep bij wijze van spreken al voordat die goed en wel in de auto zat, die zei geen woord meer.
Voor mij was dat een waarschuwing. Nu was het nog goed afgelopen, maar een volgende keer had ik misschien minder geluk. Ik heb het ook thuis verteld. Wijnands kwam wat dat betreft op het goede moment met zijn voorstel om terug te komen. Zijn zaak was behoorlijk uitgebreid, hij maakte van alles. Er was een filiaal bijgekomen, ook een doe-het-zelf zaak.