Na deze nachtelijk overval te hebben doorstaan, besloten we te vluchten en gingen, ook al was het midden in de nacht, de straat op. Lees eerst: deel 1 en deel 2.
September 1943 (deel 3)
Wij wisten dat enige straten verder de familie Stork woonden. De heer Stork was joods en getrouwd met een niet-joodse vrouw. Wij kenden deze familie door de familie Gobes (collega uit het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis). Wij belden aan en hoopten maar dat ze snel zouden openmaken, want we zagen in de verte de silhouetten van de Grüne Polizei steeds naderbij komen. Gelukkig hoorden we, dat een raam werd open geschoven en zagen we het verbaasde hoofd van de heer Stork. We riepen hem toe wie we waren en hij maakte snel de deur open om ons binnen te laten. We vertelden het echtpaar Stork onze belevenissen van die nacht en zij waren verwonderd dat het nog zo goed met ons was afgelopen. We keken nog even door het raam en zagen hoe de Grünen een joods echtpaar weghaalden. De gehele nacht bleven we op om te zien wat er buiten gebeurde. Wij waren ook nieuwsgierig hoe het met de familie Gobes was gegaan. Toen de ochtend van 1 oktober was aangebroken, ging de heer Stork naar het huis van de familie Gobes. Hij had namelijk de sleutels van het huis. Echter wat we allen hadden gevreesd, was gebeurd. Het hele gezin was die nacht weggehaald. Opnieuw waren goede vrienden uit ons midden weggerukt om nooit meer terug te komen.
Diezelfde dag nog besloten we, het zal tegen 12 uur zijn geweest, weg te gaan. We namen afscheid van de familie Stork en bedankten hen voor de gastvrijheid. Buiten gekomen, gingen we naar onze nicht in de Jan van de Heijdenstraat. Vanaf dat moment begon een lange tocht langs vele onderduikadressen (in Noord-Holland). Dat is echter een verhaal apart. Martha en ik hebben het uiteindelijk samen overleefd.
1336 keer bekeken