Naar de Polderweg, 20 juni 1943

Indeling!

Deel 2 – Lees ook Deel 1, Deel 3

Een mooie dag?

Zondag 20 juni 1943 is een prachtige dag. De maximumtemperatuur op deze dag gemeten is 27,9°C, gemiddeld over de hele dag is het 19,2°C.
Op deze prachtige dag wordt Amsterdam geconfronteerd met een vreselijke razzia.
Eén van de mensen die werd opgepakt en naar de Polderweg werd ‘gebracht’ is Mirjam Bolle.

Op zoek naar een uitweg.

In de ochtend wordt zij opgeschrikt door luid getoeter van een luidspreker. Op haar balkon aan de Pretoriusstraat krijgt zij zekerheid van haar vermoedens. Er vindt een razzia plaats: ‘Joden halen natuurlijk’. Zij kleedt zich zo netjes mogelijk aan, om indruk te maken op de Duitse soldaten. Zij schrijft dat ze erdoor heen wil komen. Op straat wordt zij aangesproken door een joodse man. Zij besluiten om samen naar het Koloniaal Instituut te gaan. Zij hopen daar een Ausweis (legitimatie, vergunning op in Amsterdam te mogen blijven) te krijgen, maar ze worden aangehouden door een ‘groene’ (lid van de Duitse ordepolitie, door hun groene uniform worden zij Grüne Polizei genoemd). Haar verhaal dat ze op weg is om haar bagage op te halen wordt niet geloofd. Ze wordt aangehouden en tot haar verrassing meegenomen naar het Koloniaal Instituut.

Naar de Polderweg.

Haar mooie papieren die bewijzen dat zij werkzaam is bij de Joodse Raad, helpen haar deze keer niet. Hoewel aanvankelijk vriendelijk ontvangen, wordt zij gedwongen, samen met andere mensen, met het gezicht naar de muur te gaan staan. In totaal staat ze daar ongeveer 3½ uur. Dan moet iedereen naar buiten. Mirjam verwacht naar de Hollandse Schouwburg te worden gebracht, maar komt terecht op de Polderweg. Zij worden met overvalwagens vervoerd. Omdat het gebied vlakbij het Muiderpoortstation ligt, meent zij dat ze direct in een trein moet. Dat is niet het geval, zij komt terecht op een met houten hek omgeven zandterrein. Veel mensen zijn er nog niet, het is nog maar een uur of elf, twaalf.