Beneden ons woonde een ouder echtpaar. Hun namen weet ik eigenlijk niet meer. Frits zal het uitzoeken bij het Gemeentearchief. Toen deze benedenwoning op een gegeven moment leeg was (in de oorlog), kwamen er telkens andere mensen in te wonen. Volgens mij kwamen die onder andere uit Het Gooi, uit Bussum. Zeker ‘in het begin’ (van de deportaties) kwamen er vaak nieuwe mensen op de leeggehaalde woningen.
Het gezin Lisser
Het gezin van David Lisser heeft het langst onder ons gewoond. David Lisser was geboren op 27 mei 1871. Hij heeft gewerkt als diamantversteller maar ook als marktkoopman (in garen en band). In 1893 was hij getrouwd met Rosa de Hond (geboren op 15 april 1871). David Lisser werd weduwnaar op 3 juli 1938. Daarna heeft hij nog een aantal jaren alleen in de woning gewoond. In mei 1942 is hij verhuisd naar de Plantage Middenlaan (18 bhs/I, kamer II). Hier zat een pension met de welluidende naam Pension Groente (vernoemd naar Frederik Groente die daar de leiding had en daar ook woonde met zijn gezin).
De kinderen Lisser
David en Rosa hadden zes kinderen. Eén kind, Anna, is kort na de geboorte overleden. Dochter Mina, geboren in 1903, zou trouwen met Samson Overste. Samen met hem stond ze op de markt. Tijdens de oorlog stond Samson ook op de ‘Joodsche Markt’ in de Joubertstraat. Lees daarover het verhaal: Diefstal van Scheerzeep op deze website.
De jongste zoon Aron stond net als zijn zwager Samson Overste ook op de markt. Hij was getrouwd met Rebecca Franschman. Op de website van het Digitaal Joods Monument staat het volgende over Aron te lezen: ‘Aron Lisser werd 5 mei 1933 op het politiebureau op de Singel verhoord omdat hij in de avond van 28 april opzettelijk met een motorfiets WA-commandant Deterts ondersteboven probeerde te rijden.’