Nadat mijn ouders waren getrouwd op 28 augustus 1918, hebben ze eerst nog kort gewoond in de Retiefstraat, op nummer 35, twee hoog. In mei 1919 zijn ze verhuisd naar de Cillierstraat 35, twee hoog. Mogelijk dat ze daar hebben ingewoond bij de weduwe Vogel. In 1919, op 17 maart, zijn ze verhuisd naar de Tugelaweg (bron: lidmaatschapskaart van de ANDB).
Ik werd in 1921 geboren. Onze woning zat op de eerste verdieping. Op elke verdieping woonde één gezin, niet zoals bij andere woningen waar twee gezinnen naast elkaar woonden. Eenmaal binnen kwam je in een soort halletje (of gangetje) met direct rechts de keuken. Links kwam je in onze huiskamer. Daarachter had je nog twee slaapkamers. De ene was voor mijn ouders, de andere voor mij (na de geboorte van mijn zusje Carla deelden we die slaapkamer).
De huiskamer was een vierkante kamer. Aan de ene kant stond een dressoir, of eigenlijk was het een buffetkast. Aan de andere kant van de kamer stond een piano (tegen de muur). In het midden stond een grote tafel. De piano was een gewone piano, geen vleugel.
Bij het raam stonden twee fauteuils met een tafeltje er tussenin. Wij hadden geen erker. Aan de achterkant, aan de kant van de binnentuin, hadden we een grote veranda.
Vanuit ons raam in de huiskamer keken we uit op de spoorlijn.