Charlotte (Lotty) Huffener-Veffer (1921- 2018)
Frits Slicht
Mijn vader is al op jonge leeftijd gaan werken. Hij is ooit begonnen als leerling bij
S. Mouwes in het atelier van Moppes. Later ging hij aan de slag bij de Gebroeders Boas (bron: leerlingenkaart). Hij is begonnen op 23 augustus 1907 in de ‘branche briljantslijper’. Eigenlijk is dat best opmerkelijk, hij was toen namelijk nog maar dertien jaar oud. Hij heeft examen gedaan, door het afleggen van een proef, bij de Examen Commissie op 12 februari 1910.
Om te mogen leren voor diamantslijp(st)er moest je zestien jaar oud zijn. Dat mijn vader zo jong is gaan leren en werken, weet ik inmiddels door de lidmaatschapskaarten van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB).
De lidmaatschapskaart
Op zijn lidmaatschapskaart van de ANDB werd aangetekend dat hij na het behalen van het examen nog een aantal maanden ‘op de vakschool moest’. Mogelijk dat dit dan toch weer met zijn jonge leeftijd te maken had. Het einde van zijn leertijd was op 21 april 1910, de volgende dag werd hij officieel lid van de ANDB (vakgroep 2, lidnr. 4390).
Uit zijn lidmaatschapskaart valt verder af te leiden dat hij in 1911 voor een paar maanden naar Antwerpen is geweest (van 11 januari 1911 tot en met 8 mei 1911). In deze periode woonde mijn vader vanzelfsprekend nog bij zijn ouders. Eerst woonden die nog in de Lepelstraat (nummer 82), later ook in de Retiefstraat (nummer 35 twee hoog). Zijn ouders zijn later naar de Transvaalstraat verhuisd (nummer 108, twee hoog).
Bij welke diamantfabriek mijn vader later heeft gewerkt is mij niet bekend. Ik weet wel wie zijn directe chef (baas) was. Dat was een mijnheer Van der Horst. Maar ook die werkte weer voor een grotere firma. Later, maar dan hebben we het over de oorlogsjaren, kwamen we allemaal bij Asscher te werken. Dat was toen nog de enige fabriek waar gewerkt werd (of waar we mochten werken).
