Met Sinterklaas waren we bij ons thuis altijd met een aantal kinderen. Ik vond dat altijd heel erg gezellig. De kinderen die dan bij ons thuis waren, waren mijn neefjes en nichtjes. Ik was geboren in 1921 en daarna bleef ik zeven jaar lang het oudste kleinkind voor mijn grootmoeder. De kinderen van de oudste broer van mijn moeder zagen we niet zoveel. Hij bemoeide zich niet zoveel met de familie. Tot 1930 woonde die trouwens in Zandvoort. Deze oom, oom Abraham Stuiver, had drie kinderen(Charlotte, Isidoor en Henriëtte). Later zijn ze wel weer naar Amsterdam verhuisd en woonden ze in de Diamantstraat, op nummer 55 één hoog.
Contacten
In mijn herinnering hadden we veel contact met familie. Maar voor mij waren het toch wel allemaal grote mensen. De familie, vooral die van mijn moeder, kwam veel bij elkaar. Familie was best belangrijk. Op vrijdagavond bijvoorbeeld kwamen mijn grootouders van moederskant altijd bij ons eten, meestal bij ons moet ik eigenlijk zeggen. Mijn andere grootmoeder die kwam niet. Ook verder hadden we daar niet zo heel veel contact mee. Haar relatie met haar twee dochters, de twee zusters van mijn vader, was niet ‘zo gezellig’.
Grootouders
Beide grootouders woonden in de Transvaalstraat, tegenover het Transvaalplein. De Veffers woonden op nummer 108, twee hoog. Dat waren van die woningen met een erker. De andere grootouders woonden op nummer 84 en hadden van die tuintjes voor het huis. Als we naar hen toegingen, liepen we door de Smitstraat.
In mijn herinnering was het Transvaalplein heel groot. Dat het er nu heel anders uitziet, kan ik mij wel voorstellen. Ik was pas geleden voor het eerst terug op de Tugelaweg en merkte dat het halfronde pleintje bij ons er ook heel anders uitzag. Het zag er ook veel kleiner uit, maar ik was natuurlijk ook nog maar klein in de jaren twintig.