Belangrijke leden uit Oost
Hoewel de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP) eind 1935 formeel ophield te bestaan, viel Gerretsen terug op een paar honderd oud-OSP'ers. Niet alleen in Amsterdam - vooral in de Transvaalbuurt en de Watergraafsmeer - maar in heel Nederland had de groep haar vertakkingen.
De kern van de groep, die uit ongeveer twintig leden bestond, was onverbrekelijk verbonden met Amsterdam-Oost. Een paar namen: het ouderlijk huis van zowel Bertus ten Dam als Coen Wilders stond in de Vrolikstraat. De onverschrokken Ten Dam deed voor de groep de zwaardere en de meer gevaarlijke klussen, terwijl Wilders in de illegale drukkerij werkte. Daan Barug, de tweede man van de groep, woonde op de Hogeweg. Eli van Tijn woonde jarenlang in de Veeteeltstraat en de James Wattstraat, Louis Kloet woonde in de Schalk Burgerstraat. Dries de Leng behoorde in 1924 tot de eerste bewoners van de Veeteeltstraat, later woonde hij op de Middenweg, tegenover het Ajaxstadion. Naast zijn werk voor Gerretsen had hij zitting in het bekende Noodcomité in de Watergraafsmeer dat vooral kinderen van eten voorzag. Jo Beek, als ambtenaar een belangrijk contact voor de groep bij Sociale Zaken van de gemeente Amsterdam, woonde zelf niet in de Transvaalbuurt maar hielp wel veel joden uit deze buurt onderduiken.
Vervalsingen
De groep had in tegenstelling tot de meeste andere verzetsgroepen een eigen drukkerij. Deze was eerst gevestigd in de Nicolaas Berchemstraat, later in de Musschenbroekstraat en ten slotte op de Nieuwe Keizersgracht. Voor de oorlog al had een groep van grafici uit de OSP hulp geboden aan uit Duitsland naar Nederland gevluchte politiek vervolgden. Voor deze emigranten werden identiteitspapieren gemaakt, zodat ze verder konden reizen naar Engeland of Amerika. De grafische achtergrond van Gerretsen stelde haar in staat talloze documenten tot in de perfectie te vervalsen. Vooral het aantal vervalste officiële documenten van de bezetter is indrukwekkend.