IJs en weder dienende

Verteller: Margreet Krul
1 Fan
IJburg

Vlakbij tussen zwart en grijs vier hoofden die zich voortbewegen.

 Foto: Raynold Bruessing

Foto: Raynold Bruessing

Alle rechten voorbehouden

6.55 uur. Het is november en nog donker buiten. Tegen mijn raam plakt nevel. Aan de overkant hebben enkele ramen de ogen open, maar de meeste zijn nog in diepe slaap.
Mijn bed wil me tegenhouden met haar warmte, maar ik moet eruit. Ik wikkel me in mijn badjas, stap in mijn slippers en stop de sleutels in mijn zak. O ja, de handdoek.
Ik trek de buitendeur dicht. Onder aan de trap kom ik één van mijn buren tegen, hij stapt net op de fiets; overjas, muts, handschoenen. Hij groet mij vrolijk, niet meer verbaasd over mijn verschijning in badkleding, geen wonder, dit ritueel bestaat al vijf jaar.
Om de hoek bij het café Vrijburcht wacht ik op de anderen, wij zijn met zijn vijven. We verzamelen ons in de luwte van het terras. Er volgt een kort gesprek, een paar grappen, een belangwekkende mededeling. Eén van ons zegt dat hij of zij naar Deventer moet. Het is niet waar, het is een code: het startsein.
Ik volg het groepje naar het steigertje. Kleren vallen op de grond, schoenen ernaast.
Onderaan het trapje wacht het donkere water glad als een spiegel; het breekt als de eerste erin glijdt. Ook de lucht breekt even: ‘brrr’.
Dat ene moment bijt de kou overal. Daarna is water mij en ik het water.
Om mij heen de onverbiddelijke schoonheid…
..van de snelweg waar een lint van licht op voorkruipt, van de maan, die gehuld in ochtendnevel licht strooit op dobberende zwanen, van de waterhoen die ons vanuit het riet iets toeschreeuwt, van het water waarin geheimen wonen..…
Vlakbij tussen zwart en grijs vier hoofden die zich voortbewegen.
Nu bijt de kou zich dieper vast en dringt mijn spieren binnen. Ik zwem nog een paar slagen naar de trap en grijp die vast. Mijn huid voelt de handdoek niet. Er klinken enthousiaste kreten, gevolgd door gemompel over de temperatuur van het water. Achter de huizen begint de hemel op te lichten.
Vijf mensen in badjas lopen terug naar waar het warm is. Een gebaar, een schouderklopje: ‘Tot morgen.’
IJs en weder dienende.

Alle rechten voorbehouden

1038 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe