In 1952 begonnen mijn ouders de slagerij in de van ’t Hofflaan 33. Wij woonden achter de zaak. Vooral op zaterdagmiddag was het toen heel druk. Er was nog geen 5-daagse werkweek, het weekloon werd op zaterdagmorgen uitbetaald en ‘s middags ging moeder de vrouw dan inkopen doen bij de slager. Kant-en-klaar producten bestonden toen nog niet, je kookte en bakte alles zelf.
Veel klanten waren verzekeringsmensen die in de Bolkstraat en omgeving woonden. Het vlees werd betrokken van het abattoir waar de aangekochte koeien door loonslachters werden geslacht.Mijn vader beschikte in die tijd al over een gekoelde toonbank.
Op vakantie gaan was er niet bij. Door de later verplichte winkelsluitingswet moest je 2 x 3 dagen per jaar gesloten zijn. Er werden lange dagen gemaakt. Alles ging met de hand: leverworst maken, gekookte worst, rookworst enz. waar we veel prijzen mee wonnen. Met veel vakmanschap wat helaas tegenwoordig dreigt te verdwijnen. Later kwamen er steeds meer producten bij. Salades, gehaktballen, diverse soorten soep. De klant houdt tegenwoordig van lekker makkelijk.
De klant was koning: er was een klant, die met haar eigen auto naar de winkel kwam, iets bestelde, naar huis terugreed en het vanzelfsprekend vond dat wij de vleeswaren even later bij haar thuis brachten! We hebben jarenlang trouwe, vaste klanten gehad. Zelfs na een verhuizing naar Almere kwam er nog een regelmatig in de winkel.
Helaas hebben ook wij te maken gehad met inbraak en zijn zelfs overvallen. Als kleine ondernemer ben je ontzettend kwetsbaar.
De opkomst van de supermarkten heeft heel wat buurtwinkels, vaak met emotionele en sociale schade, doen verdwijnen. Ook wij hebben door allerlei omstandigheden de zaak moeten sluiten. En door de onzekere toekomst van de buurt is er geen opvolger te vinden. Wat gebleven is, zijn de goeie herinneringen en dankbaarheid.
-------------------------------------
Voor nog een verhaal over slagerij Mulder ga naar
De jongens van de slager..