De meeste klanten kenden mijnheer Christiaanse als "de melkboer", ze wisten zijn achternaam niet. Toch was dat voor sommigen geen bezwaar om al hun problemen aan hem of zijn vrouw voor te leggen. Daar werd rustig een half uurtje voor uitgetrokken, maar tussen de middag kon dat niet, want dan kwamen er veel werknemers van de nabijgelegen kantoren een belegd broodje halen, wel 600 broodjes per week werden er verkocht. Vaak belegd met ossenworst of ham, de vleeswaren waar de melkboer befaamd om was.
Dat waren de snelle klanten, niet te vergelijken met de oudere klant die huilend kwam vertellen dat ze de boodschappen niet kon betalen omdat het energiebedrijf al het geld van haar rekening had afgeschreven. Dat bleek uiteindelijk te berusten op een foute aflezing van de meterstand. De melkboer was uren bezig om dit voor de klant weer recht te zetten.
Toen mijnheer Christiaanse in 1970 zijn winkel begon, werden de melkproducten 's nachts voor de deur neergezet en 's ochtends stonden ze er nog. Enige jaren later kon dat niet meer, er verdwenen pakken melk, later hele kratten. Een buurman - mijnheer Vos die slecht sliep - bood aan om 's nachts op te letten vanuit zijn auto. Een tijd werkte dat, de melkboer kon een keer een dief achterna gaan, kreeg wel zijn gitaar te pakken maar niet de dief zelf. Op de duur zat er niets anders op dan tussen 3 en 5 uur 's nachts op te staan om de bestelling naar binnen te dragen.
Er kwamen ook wel eens mensen in de winkel die probeerden geld of artikelen te stelen, de melkboer of zijn vrouw reageerden ad rem met "waar wil je het snijmes; van voren of van achter in je lichaam?" Deze half humoristische dreiging heeft altijd gewerkt. De enige keer dat er echt bloed vloeide in de winkel was toen een klant een epileptisch toeval kreeg en met haar hoofd door de vitrine sloeg, gelukkig was ze er niet ernstig aan toe.
lees ook:Kunsttiet en travestiet