Sint Nicolaas
Met de viering van Sint Nicolaas werd er altijd op de deur geklopt. Buiten stond dan een zak met cadeautjes, hoe arm we het ook hadden. Daar zat dan van alles in, ook vleeswaren in blik. Wij dachten dat het van de Huisjuffrouw was (de vrouw van de huisbaas). Maar dat bleek helemaal niet zo te zijn: het was van mijn grootmoeder (van opoe) van moederskant. Die vleeswaren zaten in blik, dat we dat vanwege de voorschriften niet mochten eten, dat heeft dat mens nooit geweten. Die blikken waren niet bij een koshere slagerij gekocht.
Grootmoeder voor de deur
In 1943 werd er plotseling bij ons aangebeld. Mijn grootmoeder van moederskant stond onverwachts voor de deur. Mijn moeder vroeg wat ze kwam doen. Ze zei: ‘Ik kom kijken hoe het met jullie gaat’. Mijn moeder antwoordde: ‘Dan bent u wel wat laat’. Eind 1943 was bijna iedereen die Joods was al weg. ‘Maar’, zei mijn moeder: ‘Een dochter laat haar moeder niet voor de deur staan. Ik zou zeggen, komt u maar binnen’. Die dag waren we allemaal thuis en ik zag mijn grootmoeder binnenkomen met een prachtige bontjas aan. Ze hing die prachtige jas op onze kapstok. Ze was nog maar nauwelijks tien minuten binnen of ik had die jas al aan. Ik vond die jas echt prachtig, zoiets moois had ik nog nooit aangehad.
‘t Zand
Mijn moeder vertelde dat haar man in een kamp zat. Mijn vader zat in een werkkamp voor gemengd gehuwden (lees het verhaal Ondergedoken in eigen huis), hij zat in ’t Zand in Noord-Holland. Zie ook: Community Joods Monument. We hadden het voor het vertrek van mijn vader al arm, nu was het helemaal moeilijk. Mijn grootmoeder heeft ons toen direct geld gegeven.
Â
Voor alle verhalen: Katharina Blog-Suesan inhoudsopgave