Tante Liesbeth komt qua leeftijd na mijn oom Barend. Zij is geboren op 11 augustus 1899. Zij was een stille vrouw. Zij woonde met haar man en kinderen in de President Brandstraat, nummer 56 twee hoog. Toen mijn grootvader in het verzorgingstehuis zat, was dit het adres waar wij de vrijdagavonden doorbrachten.
Mijn tante Liesbeth is op 24 juli 1924 getrouwd met Levie Beesemer. Oom Levie was van 21 november 1899. Hij zat al vanaf 1926 in de psychiatrische inrichting, in het Apeldoornsche Bosch (volgens zijn archiefkaart, bron: Gemeentearchief). In mijn herinnering zat hij ergens in Den Dolder. Hij zat daar omdat hij, onverwachts, mijn tante van het leven had willen beroven. ’s Avonds gingen zij gewoon, zoals gewoonlijk, naar bed toen hij in enen een mes onder het kussen vandaan haalde. Mijn oom Levie was tot dan een stille man geweest, ze hadden nooit wat aan die man gemerkt.
Toen dit allemaal gebeurde, lag mijn grootmoeder in het ziekenhuis. Daar kreeg ze, uit een krant, de foto’s onder ogen van wat er met haar dochter was gebeurd. Het schijnt een bekende foto te zijn geweest. Bloedend en al hing zij over het balkonnetje met een doorgesneden keel. Zo’n balkonnetje werd overigens een Frans balkonnetje genoemd.
Bloedend en al is zij toen door de brandweer van haar balkon gered. Zij hadden twee kinderen: mijn neef Sjakie (Isaäc, geboren op 26 augustus 1925) en mijn nichtje Henny (geboren op 2 april 1927). Hoewel zij wat ouder waren dan ik, voelde ik mij zeer met hen verbonden. Op de vrijdagavonden was het bij hun altijd een strijd bij wie ik in bed zou slapen. Door de omstandigheden waren zij zeer arm.