Op straat (spelen en sporten)

De kinderen met wie ik op straat speelde woonden op het stuk Transvaalkade tussen de Hofmeyrstraat en de Vaalrivierstraat.We speelden daar de gebruikelijk spelletjes. Hinkelen, knikkeren, verstoppertje spelen. In de jaren voor de oorlog had ik niet een vast vriendinnetje, maar met twee zusters die Auschwitz hebben overleefd, ben ik tot op de dag van vandaag nog bevriend. Van die vriendinnen heb ik later begrepen dat ik destijds een enigszins andere positie innam. Nu zijn we in staat om dat te relativeren. Ik ging niet naar de speeltuin bij de President Brandstraat.

Onder leiding van mijn vader leerde ik al vroeg zwemmen. Wij gingen samen
’s ochtends om 7 uur op de fiets naar het Sportfondsenbad Oost.
Op mijn 10e verjaardag kreeg ik kunstschaatsen die ik thuis aan mocht doen waarna mijn vader mij op het ijs droeg. Wij schaatsten niet alleen voor de deur op de Ringvaart maar ook helemaal naar het Nieuwe Diep.

Vanwege de piano die wij in huis hadden, ontkwam ik niet aan pianolessen. Pas later heb ik dat gewaardeerd. Ik ben nooit lid van een sportvereniging geweest. Zwemmen en schaatsen waren mijn favoriete sporten. Wel was ik lid van de Openbare Leeszaal in de Amsterdamse School buurt op het Coöperatiehof achter de P.L. Takstraat.