Als kind was het in de kerstvakantie werken geblazen! Er werden zoveel bestellingen voor Kerst en Oud & Nieuw aangenomen als er in de koelkasten pasten en daar was het personeelsbestand uiteraard niet op ingesteld. De kinderen waren dan de eerst aangewezen versterking. Ik had daar gemengde gevoelens bij: aan de ene kant trots om deel uit te maken van de keukenbrigade met m’n vader als middelpunt, het gevoel onmisbaar te zijn, de gezelligheid en het extra zakcentje. Aan de andere kant sliep je liever uit en genoot je (in jouw ogen!) van je welverdiende kerstvakantie.
Aldus stond ik elk jaar voor dag en dauw, warm gekleed tegen de winterse keukentemperaturen, klaar in de keuken. Een enorme pan met kokend water stond op het vuur om de temperatuur draaglijk te houden en de verkleumde handen te warmen na het wassen van sla of het pellen van eieren.
Het was een hectische tijd: de telefoon ging continue, vertegenwoordigers en familieleden kwamen op de meest ongelukkige momenten iedereen van z’n werk houden, bevelen klonken door de Arbeidsvitaminen heen ("Kan iemand een blik augurken opendraaien!" of "Help even met de folie!"), overal stonden mensen, schalen en lagen etenswaren.
Als je een 'klusje' kreeg, was het zaak een vrij plekje te vinden voor je schaal met halfvoltooide borrelhapjes en toe te voegen ingrediënten. Als je mazzel had kon je op een karretje met paneermeel zitten, als je pech had moest je staan. Meestentijds was het onze taak om de hapjes te garneren met krulpeterselie, truffelsterretjes of (nep-)kaviaar.
Aan het eind van de dag als alles met passen en meten in de koeling stond, de afwas was gedaan en de banken waren geboend kon ik, ondanks de frisse tegenzin waarmee ik was begonnen, toch net als de anderen tevreden nagenieten van de gedane arbeid. Onder het genot van een lekker drankje.
-----------------------------
Voor meer verhalen over Gebrs.Haen klik op: